-7- Hoofstuk VIli 11 en 12. Door een verhoging der vergoeding per leerling der bijzondere kleuterscholen van 40.- tot 60.- is de raming 100.000.- hoger dan voor 1954. Vm de overige kosten, niet vallende onder de paragrafen 1 t/m 11, is het nadelig slot ruim 10.000.- hoger, hetgeen voornamelijk veroorzaakt wordt door de hogere ramingen wegens: onderhoud gymnastieklokalen (576) j 000 uitgaven ingevolge verplaatsingskostenregeling (582) 3.000.- kosten van schooltuinen (588a) 1.000.- kapitaalslasten (590 B) 1.600.- subsidie M.O.B. en S.P.D. (592 en 592a) 1.450.- Hoofdstuk VIII 15 en 14. ^et nadelig slot voor het middelbaar onderwijs is ruim j 10.000.- hoger. Naast een hogere bijdrage aan het rijk in de kosten der R.H.B.S, (volgnummer 598) met 6.000.- wordt deze stijging veroorzaakt door de hogere personeelsuitgaven voor de handelsavond school (volgnummer 600a) mot ruim. 12.000.-. Tegenover deze hogere uitgaven staan schoolgelden (363) en rijksbijdrage (385) van respectievelijk 1500.- en 6638.-. Voor het hoger onderwijs zit de voornaamste stijging eveneens in de hogere perso neelskosten, welke ruim 18.000.- gestegen zijn. De rijksbijdrage (volgnummer 401) blijft onveranderd, alleen de schoolgelden konden 3«000.- hoger worden geraamd. De raming wegens subsidie aan het Noordbrabantse Studiefonds is overgebracht naar hoofdstuk VIII 16, omdat dit fonds niet uitsluitend betrekking heeft op het hoger onderwijs. Hoofdstuk VIII s; 15. Nagenoeg alle posten voor het nijverheidsonderwijs moesten hoger worden geraamd; het totaal der uitgaven steeg met ruim 221.000.- hetgeen voornamelijk een gevolg is van de verhoging der salarissen, uitbreiding van dit onderwijs en de stijging der prijzen. Hiertegenover staat een verhoging van de verschillende inkomsten - voorname lijk rijksbijdragen - tot een totaal bedrag van 101.000.- zodat het nadelig slot gestegen is met ruim j 120.000.-. Hoofdstuk VIIl d 16. Aan dit hoofstuk zijn twee posten toegevoegd, welke voorheen op andere hoofdstukken werden verantwoord, te weten subsidie aan Militaire Tehuizen (volgnummer 670)komen de van hoofdstuk XIII 1 (volgnummer 826 a) en subsidie aan het Noordbrabants Studie fonds (volgnummer 690a), komende van hoofdstuk VIII 14, terwijl het subsidie aan de Pius X-stichti g voor het sociale wijkwerk (volgnummer 708a) voortaan geraamd wordt op hoofdstuk IX (volgnummer 732 C). Door deze wijzigingen zijn de uitgaven bijna f 26.000.- lager geworden, doch door de hogere raming van de kapitaalslasten (volgnummer 672B) met bijna 50.000.- en nog enkele hogere ramingen op volgnummers 660, 690, 704 is het nadelig slot ruim 31.000.- hoger geworden. Hoofdstuk IX. Het nadelig slot is ruim j 129.000.- hoger, hetgeen voornamelijk veroorzaakt wordt door de navolgende hogere ramingen: 738 Subsidie Burgerlijke Instelling voor maatschappelijke zorg j 164.600.- 740 kosten gemeentelijke djjenst voor sociale zaken 38.000.- 732C subsidie Pius X-stichting 42.730.- Tegenover deze hogere ramingen staan de navolgende verlagingen: 716 koster: verpleging in ziekenhuizen 18.000.- 718 kosten geneeskundige behandeling 34.250.- 754a bijdrage aan stichting maatschappelijke activiteit 18.000.- 758 subsidie werkplaats minder-validen 49.000.-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1954 | | pagina 1719