-2-
verband met het plan Krogten.
Als woonstad heeft Breda een goede naam. Om deze te behouden zal het nodig zijn
aandacht te besteden aan het vertier en de gezelligheid in de stad maar vooral ook aan
uitbreiding van de gelegenheid voor culturele ontspanning. Even dringend als een
nieuwe politie-kazerne en een brandweerkazerne (waarom is deze niet genoemd bij de op
somming van kapitaalwerken?) ja dringender nog, heeft Breda een tweede, nieuwe, aan
de eisen des tijds voldoende schouwburg nodig. Ook in ander opzicht zit er nog weinig
schot in de vrij grootse plannen,welke de desbetreffende wethouder het vorig jaar in
petto had. Met name wordt hier nog eens genoemd, de gelegenheid om gemengd te zwemmen.
Uitgaande van de optimistische gedachte dat er nog zomers zullen komen met ook inder
daad zomers weer, zijn .verschillende leden thans zeer benieuwd naar het antwoord op
een in de voorvorige raadsvergadering gestelde vraag of Burgemeester en Wethouders
geen aanleiding vinden om het voorbeeld van Tilburg, en inmiddels ook van Geldrop, in
dit opzicht te volgen.
Wat het vreemdelingen bezoek betreft, teren wij nog op de goodwill van de feesten
in 1952 en 1953» Uit blijft echter zonder meer niet en het bezi*t van enkele mooie par
ken en plantsoenen en onze bosrijke omgeving is niet alleen voldoende. Vrij algemeen
hoort men dat er tegenwoordig zo weinig te beleven valt in Breda. Stimulering van
maatregelen,die gericht zijn op bevordering van het vreemdelingenverkeer, is mede de
taak van het gemeentebestuur en alleen met het verlenen van subsidie aan Breda Vooruit
komt men er niet. Het is in dit verband vooral de parkeergelegenheid in de binnenstad
welke dringend verbetering behoeft en de bestemming van het terrein Gasthuisvelden
geeft daarvoor generlei oplossing en kan kwalijk anders worden gezien dan een aflei-
di ngsmano euvre
Bij de behandeling van de begroting in de raad kan op deze onderwerpen dieper worden
ingegaan maar zij worden thans reeds gesignaleerd om Burgemeester en Wethouders de ge
legenheid te geven zich daaromtrent vooraf nader te beraden.
Zoals de begroting voor ligt is zij met de memorie van toelichting en de geleide-
brief van Burgemeester en Wethouders weinig anders dan een duizelingwekkende verzame
ling van getallen met een summiere verklaring waarom de ene post hoger,en bij uitzon
dering, een andere post lager is geraamd. De einduitkomst is weinig bemoedigend en het
behoud van evenwicht tussen ontvangsten en uitgaven is alleen mogelijk wanneer het
rijk over de brug komt met een subjectieve uitkering of een belangrijke verhoging van
de uitkering per inwoner. Deze sluitpost wordt elk jaar groter en het heeft weinig zin
om rond deze post elk jaar opnieuw bespiegelingen te houden. Of is er al iets bekend
over realisering der verwachtingen over 1953 on 1954?
De behandeling var. de begroting is echter meer dan het vaststellen van de verschil
lende daarop voorkomende posten. Zij is vrijwel de enige gelegenheid om in breder as
pect het gehele gemeentelijk beleid enerzijds en de verhouding van Burgemeester en
Wethouders tot de raad anderzijds onder de loupe te nemen. Het wordt daarom min of
meer betreurd dat Burgemeester en Wethouders in de begrotingsstukken zo weinig blijk
geven van hun visie ter. opzichte van de verschillende gemeentelijke vraagstukken.
Zonder een gedachtenwisseling omtrent die vraagstukken, wordt de vaststelling van de
begroting een formaliteit. Verschillende leden kunnen niet ontkomen aan de indruk dat
Burgemeester en Wethouders het inderdaad zo zien en misschien zelfs zo wensen. Be
halve een zeer summiere opsomming van de werken waarvoor het volgend jaar kapitaals
investering nodig is, zouden deze leden gaarne gezien hebben dat elk der leden van het
college van Burgemeester en Wethouders de gelegenheid had aangegrepen om voor zijn tak
van dienst in zekere sin een verantwoording te geven van het gevoerde beleid en van de
voornemens die hun bezielen voor de naaste toekomst. Mededelingen als: "Verbetering
van woningtoestanden heeft onze voortdurende aandacht" en "aandacht zal worden ge-