Vclgno. 'IJa der agenda ■*2"~ nodig wordt geacht. Alleen bij noodzakelijke uitzending dient de gemeente dan een bij drage te verlenen. Verder wordt tot nu toe onderscheid gemaakt in on- en minvermogende gezinnen, waarvan dan het subsidiebedrag per dag afhankelijk is. Aangezien meestal toch moeilijk de grens tussen on- en minvemogendheid is vast te stellen, tenzij ten koste van een diepgaand en tijdrovend onderzoek, is het ook naar de mening van het comité beter dit onderscheid eveneens te doen vervallen, en in het vervolg een vast subsidie per dag te geven, indien de financiële draagkracht van het gezin een bijdrage van de gemeente wettigt. Beoordeling van de draagkracht lijkt ons voldoende gewaarborgd, indien de samen werking tussen de Gemeentelijke Geneeskundige en Gezondheids Dienst en de beide uit- zendcomité's op de huidige voet wordt gecontinueerd. In en enkel twijfel geval kan nog altijd de Gemeentelijke Dienst voor Sociale Zaken worden ingeschakeld, hetgeen tevens kan geschieden als er over de sociale indicatie voor een bepaalde uitzending verschil van mening heerst. Het is echter zeker niet de bedoeling om de bedoelde dienst bij het onderhavige werk meer dan nodig is te betrekken. Voor de ouders van de uit te zenden kinderen zou zulks niet aangenaam zijn, terwijl het een onnodige belasting van de dienst zou geven, temeer nu dit werk toch zonder klachten van betekenis verloopt. Teneanzien van de vaste subsidiebedragen per dag en per kindlijkt ons, mede gezien de gemiddelde bijdragen over de voorafgaande jaren, een bedrag van 1,25 per dag voor uitzending naar kleuterhuizen en 0,85 voor vacantiekolonies redelijk. De verpleeg- prijzen in die inrichtingen zijn respectievelijk 2,55 - 3>60 en 1,70 per dag. Het maximum voor het Ned. R.K. Huisvestingscomité zou voor het opvoeren van het aantal uitzendingen kunnen worden verhoogd tot rond 15.000,-, met welk subsidie men er blijkens de bijgevoegde begroting in zou slagen om de kosten van uitzending van circa 350 kinderen te dekken. ITaar de verhouding van de laatste 2 jaren kan dit aantal worden verdeeld in 120 kleuters en 230 schoolgaande kinderen. Het subsidie hiervoor zou dus bedragen: 120 x 50 x 1,25 7500.- 230 x 40 x 0,85 762G.- 15.320.-, afgerond 15.000.-. Voor de Vereniging voor Christelijke Gezondheids- en Vacantiekolonies behoeft vooralsnog het maximum per jaar niet to worden verhoogd, omdat zij het voor haar uit getrokken bedrag van 1000.- nimmer volledig heeft opgenomen. Tegen bepaling der subsidiebedragen op respectievelijk 1,25 en 0,85 per dag kan harerzijds geen be denking bestaan, omdat haar subsidie in de laatste jaren gemiddeld lager was dan 0,85. Naar kleuterhuizen zendt deze vereniging practisch niet uit, terwijl de 0,75 extra voor onvermogenden slechte in enkele gevallen werd genoten. De subsidiecommissie kan zich met de nieuwe regeling en de verhoging van 10.000.- tot 15.000.- verenigen. Resumerende hebben wij mitsdien de eer Uw Raad voor te stellen als volgt te beslui ten: I. de bij raadsbesluit van 11 Juni 1952 vastgestelde regeling betreffende de subsidie ring der kinderuitzending zal voor het laatst over het jaar 1954 worden toegepast; II. vanaf 1 Januari 1955 zal het gemeentelijk subsidie voor de uitzending van zwakke kinderen aan alle op dit gebied werkzame verenigingen of instellingen bedragen: a. 1,25 per dag en per kind bij uitzending naar kleuter hui zen; b. 0,85 11 vacantiekolonies; indien de uitzending bij de medische keuring nodig wordt geoordeeld en de finan ciële draagkracht der ouders een bijdrage der gemeente wettigt; III.voor de reeds subsidiegenietende instellingen, te weten het Nederlands R.K. Huis vestingscomité, en de Vereniging voor Christelijke Gezondheids- en Vacantiekolonies in Nederland worden de subsidies gelimiteerd tot respectievelijk 15.000.- en 1000.- per jaar, eventueel te verhogen naar rato,van het aantal uit te zenden kinderen. Burgemeester en Wethouders van Breda, De- Secretaris, De Burgemeester,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1954 | | pagina 1873