GEMEENTE BREDA
Volgnr. 28 der agenda
Bijlagen 1954
Nr. 96
10 Februari 1954
V/2694
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot verhoging
van het crediet voor het jaar 1953 en beschikbaarstel
ling van een crediet voor het jaar 1954 ten behoeve
van de restauratie van de toren der Grote of O.L.
Vrouwekerk.
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
In Uwe vergadering van 14 November 1951 is overeenkomstig ons voorstel, Bijlagen
1951s no. 421, voor de restauratie en verstevigingswerken aan de toren der Grote of
O.L.„Vrouwekerk verhoging van het totaalcrediet tot 1.530.000.- toegestaan, welk
bedrag wordt verwerkt vanaf het begin der restauratie in 1946 tot en met het jaar 1956,
en zulks volgens een bij genoemd voorstel behorend werk- en financieringsschema.
In genoemd totaalbedrag wordt 50% rijkssubsidie genoten, met dien verstande, dat
de gemeente in zekere mate moet vóórfinancieren voordat het rijk in de jaren 1951 -
1956 slechts een beperkt bedrag beschikbaar kan stellen. Niettemin zal toch reeds in
1957 de afrekening van het tot en met 1956 te ontvangen rijkssubsidie kunnen plaats
vinden
In het kader van bovenbedoeld schema is ingevolge Uw besluit van 11 Maart 1953 een
crediet van 200.425.- op de begroting 1953 uitgetrokken, welk bedrag overeen kwam met
de voor dat jaar door de architect de heer Van Nieukerken opgemaakte begroting van uit
te voeren werken.
Thans blijkt in 1953 verwerkt te zijn een bedrag van 214.538,13» zodat het toe
gestane crediet is overschreden met rond 14.150.-. Be oorzaak hiervan moet worden ge
zien in de uitzonderlijk goede weersomstandigheden, waardoor practisch geen stagnatie
in het werk werd ondervonden.
Met de rijksdienst voor de Monumentenzorg is bereids overleg gepleegd i:nzake deze
overschrijding, waarbij werd toegezegd, dat een verzoek van de gemeente aan de Minister
van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen om het bedrag der overschrijding voor rijks
subsidie in aanmerking te brengen, zal worden ondersteund.
Wij mogen U derhalve voorstellen om conform de bijgevoegde ontwerp-wijziging der
gemeentebegroting 1953 een aanvullend crediet van 14.500.- toe te staan.
I11 het 1954 zou volgens het werkschema rond 200.000.- aan de restauratie worden
besteed, zulks op grond van de verwachting dat het rijk in dit jaar 100.000.- subsidie
zal kunnen verstrekken. Blijkens de bijgevoegde begroting met omschrijving der werken*)
voor het jaar 1954 wordt geraamd een bedrag van 253*175,94, zijnde rond 50.000.-
meer dan het schema aangeeft.
Zulks past namelijk in het streven om de restauratie enigermate te gaan versnellen,
waaromtrent wij ons reeds enige maanden geleden met voornoemde Minister in verbinding
hebben gesteld. Een beslissing dien-aangaande mochten1iitussen nog niet ontvangen, doch
het is bekend dat Monumentenzorg zeer welwillend tegenover onze voorstellen staat.