In een en ander bestaat echter, behoudens de gegevens vermeld op pagina 6 van het rapport dat ter visie ligt, nog niet zodanig inzicht, dat wij daarop momenteel een uit gewerkt aflossingsplan willen baseren. De rente der lening ware te bepalen op maximaal Jifc, welk percentage vrij goed aansluit op de gangbare hypotheekrente en de huidige rentestand op de kapitaalmarkt. Mocht echter de gemeente erin slagen voor dit doel tegen voordeliger voorwaarden te lenen, dan zal enige vermindering op de verschuldigde rente worden geboden. Dit sluit dan ook wel de consequentie in, dat de stichting gehouden zal zijn rente te betalen vanaf het tijdstip dat de gemeente zichj-eventueel voortijdig-de nodige gelden heeft verschaft, indien zulks met het oog op de situatie op de kapitaalmarkt noodzakelijk is gebleken. Tenslotte lijkt het ons wel wenselijk, dat de gemeente aan de lening enige voor waarden verbindt, welke het mogelijk maken invloed uit te oefenen op de beleidvoering en de financiële gestes van het stichtingsbestuur; zulks kan een stimulans vormen voor een economisch beheer, terwijl het de mogelijkheid schept om tijdig maatregelen te tref fen, indien het met de exploitatie van het bejaardenhuis niet goed dreigt te gaan. Tenslotte is het belangrijkste voor de gemeente, dat de inrichting blijft renderen, want ook het recht van hypotheek is practisch maar een waarborg, waar de gemeente al leen iets aan heeft als zij zelf het tehuis zou gaan exploiteren. Wij mogen als zodanige voorwaarden noemen de jaarlijkse inzending van een exploi tatierekening met balans, goedkeuring van de tarieven voor het pension en de afzonder lijke woningen,631!oegang tot de administratie. Hiertegen zal naar wij mogen aannemen van de zijde van het stichtingsbestuur geen bezwaar bestaan. Resumerende hebben wij de eer Ure Raad voor te stellen in principe te besluiten aan de R.K. Stichting voor huisvesting en verzorging "Causa ïïostrae Laetitiae" bij de uitvoering van haar plan tot stichting van een complex voor bejaarden financiële medewerking te verlenen door het verstrekken van een hypothecaire geldlening van maxi maal ƒ.1.700.000.-, onder de voorwaarden als hierboven zijn aangegeven en alsnog in nader overleg zullen worden geformuleerd. Burgemeester en Wethouders van Breda, C. Kortmann burgemeester Van Woensel secretaris Ligt ter visie in de leeskamer

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1954 | | pagina 271