GEMEENTE BREDA Bijlagen 1954 Nr. 111 10 Maart 1954 1/5025 Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het beschik baar stellen van een crediet ten behoeve van het verstrek ken van een opdracht aan het Mgr Hoogveldinstituut te Nij megen. AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA. Bij vele van de maatregelen, welke van de zijde ener gemeentelijke overheid ge vraagd en verricht worden is het welzijn van het jongere deel der bevolking meer in het bijzonder betrokken. Een tendenz om in dit opzicht meer - zelfs veel meer - te doen is onweerlegbaar aanwezig. Zeer duidelijk vindt dit een weerslag in de bedragen, welke de gemeenten voor culturele en sociale doeleinden al of niet in de vorm van subsidies be schikbaar stellen. Hetzelfde geldt ten aanzien van hetgeen voor de sport wordt gedaan. Ook voor Breda geldt dit. Terecht moet hierbij de vraag worden gesteld of hetgeen door of met belangrijke medewerking van de gemeente geschiedt wel voldoende en goed effect sorteert. Ook hier zal het beleid met de omstandigheden moeten wisselen. Waar mogelijk en nuttig zal naar coördinatie en subordinatie moeten worden gestreefd. Wezenlijk is daarbij, dat de jeugd op wie zich het werk in hoofdzaak richt voldoende wordt gekend en begrepen. Vooral na de oorlog zijn vele wetenschappelijke studies aan de jeugd gewijd. Met toepassing van verschillende methoden is in verschillende delen van het land - en met name in Maastricht, Eindhoven en 's Hertogenbosch - meer of minder diepgaand en volle dig onderzocht welke plaats de jeugd in onze gemeenschap inneemt en wat ervoor zou kun nen en moeten worden gedaan. Voor het beleid der gemeentelijke overheid zijn deze stu dies van grote waarde. Mede naar aanleiding daarvan hebben ook wij ons beraden over hetgeen tot heden van gemeentewege in de verschillende sectoren, welke niet zijn te scheiden omdat zij in ons beleid ten aanzien van de jeugd zeer sterk en nauwkeurig op elkaar zijn afgesteld, werd verricht en in de komende jaren zal kunnen worden gedaan. Ongetwijfeld heeft het gemeentebestuur zijn taak op dit terrein erkend en op verschillend terrein zijn - in hoofdzaak door een naar omstandigheden verantwoorde subsidie-politiek en in de sport sector zelfs ten koste van zeer belangrijke finantiële offers - zeer zeker resultaten bereikt. En toch heerst zowel bij ons als bij hen, die aandacht besteden aan de jeugd, de overtuiging, dat een spoedige en critische bezinning op hetgeen geschiedt ten zeer ste nodig is mede om verschijnselen als industrialisatie, urbanisatie, massajeugd, on kerkelijkheid, gebrek aan een redelijk gemeenschapsleven, asocialiteit, enz. enz. op een juiste wijze en ook in gepaste mate aan te kunnen pakken. Na rijp beraad zijn wij tot de overtuiging gekomen, dat de gemeente zich ook hier bij niet afzijdig mag houden en in ruime mate medewerking moet verlenen aan het verkrij gen en behouden van een juist inzicht van en in de problematiek rond de jeugd om daar uit en daarop haar beleid naast en met de organisaties der jeugdbeweging en jeugdzorg te kunnen bepalen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1954 | | pagina 283