GEMEENTE BREDA Bijlagen 1954 Kr. 114 10 Maart 1954 V/4562 Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het vaststel len van een nieuwe bezoldigingsregeling voor de vakleer krachten aan de openbare lagere scholen dezer gemeente. AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA. Sedert de wijziging van de lager onderwijswet 1920 in Juni 1948 kunnen de besturen der in de gemeente gevestigde bijzondere lagere scholen, derhalve scholen voor g.l.o., v.g.l.o. en u.l.o., aanspraak maken op een vergoeding voor de bij haar in dienst zijnde vakleerkrachten, indien de gemeente aan haar gelijksoortige openbare scholen vakonder wijzers heeft aangesteld. Maatstafgevend is het aantal uren vakonderwijs aan de openba re scholen en voor de grootte van de vergoeding de door de raad voor zijn vakleerkrach ten vastgestelde salarisregeling. Indien aan geen der openbare scholen vakleerkrachten zijn verbonden, zoals in Breda het geval iskunnen de schoolbesturen aanspraak maken op vergoeding van kosten voor vak leerkrachten, tenzij de kosten zonder noodzaak zijn gemaakt of hoger zijn dan noodzake lijk is. Ook in dit geval bestaat behoefte aaneen gemeentelijke salarisregeling, waarin beloningen zijn aangegeven, waarop vakleerkrachten aanspraak zouden maken, indien zij in dienst van de gemeente waren geweest. Bij besluit van 15 December 1955 werd door Uw Raad een nieuwe bezoldigingsregeling vastgesteld voor de vakleerkrachten aan de openbare lagere scholen in deze gemeente. Door deze regeling werden de wedden van de vakleerkrachten in deze gemeente in overeenstemming gebracht met de nieuwe normen, neergelegd in het Koninklijk Besluit van 22 Augustus 1953 Stbl. 434, waarbij o.m. de volledige ontknikking van de wedden der on derwijzers heeft plaatsgevonden. Door de Minister van Binnenlandse Zaken is ons onlangs een overzicht toegezonden van de normen, vastgesteld in overleg met zijn ambtgenoot van Onderwijs, Kunsten en We tenschappen, betreffende de salarissen van de gemeentelijke vakleerkrachten zoals deze te rekenen van 1 Januari 1954 zullen gelden, zulks in het raam van de voorzieningen ten aanzien van de bezoldiging van het personeel der lagere publiekrechtelijke lichamen. Verzocht is te bevorderen, dat de geldende weddenregeling, ingaande 1 Januari 1954» in overeenstemming met de nieuwe normen wordt gebracht. Ter voldoening aan het gestelde in de artikelen 62 en 63 van het "Ambtenarenregle ment voor de onderwijzers 1948" is een ontwerp van de bezoldigingsregeling, waarbij met de nieuwe normen is rekening gehouden, toegezonden aan de daarvoor in aanmerking komende onderwijzersorganisaties t.w. 1 de afdeling Breda van de Katholieke Onderwijzersbond 2. de afdeling Breda van de Nederlandse Onderwijzersvereniging Aangezien heide organisaties hebben medegedeeld geen op- of aanmerkingen te heb ben ten aanzien van de nieuwe normen geven wij U in overweging over te gaan tot vaststelling van bijgaande nieuwe bozoldigingsmgoling voor de vakloori-,^-nio^-n de openbare lagere scholen dezer gemeente onder intreHHng vmi in Uw vergadering var 15 December j.l. vastgestelde verordening. Burgemeester en Wethouders van Breda, Ligt ter visie in de leeskamer. De Secretaris> De Burgemeester.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1954 | | pagina 293