GEMEENTE BREDA Bijlagen 1954 no. 147 7 April 1954 1/4479 Prae-advies van Burgemeester en Wethouders naar aan leiding van een verzoek van de Minister van Maat schappelijk Werk om advies in zake het buiten wer king stellen van één of meer bepalingen der Woon ruimtewet 1947 voor zover het deze gemeente aangaat. AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA. Bij de vaststelling der Woonruimtewet 1947 werd aan de Kroon de bevoegdheid voor behouden bepaalde gemeenten aan te wijzen, zulks na de Raden dier gemeenten te hebben gehoord, waarvoor die wet geheel of gedeeltelijk niet meer zal gelden. In verband hier mede wordt door de Minister van Maatschappelijk Werk thans aan Uw College de vraag voorgelegd in hoeverre van bovenvermelde bevoegdheid ten aanzien van deze gemeente gebruik zou kunnen worden gemaakt. De Minister heeft in het bijzonder gedacht aan invoering der volgende facili teiten: A. Het vrijlaten van woningru.il. Door ons college wordt er zoveel mogelijk naar gestreefd woningruil te doen plaats hebben tussen personen, die economische belangen hebben in de gemeente van vestiging. Woningruil met een plaats die practisch buiten het ruilverkeer ligt wordt steeds goedgekeurd, ook al zou de partij, die zich in deze gemeente vestigt geen of weinig economische belangen ter plaatse hebben. Mocht een woning door ruil niet voldoende worden bezet, dan wordt er getracht een locale tussen schakel te vinden. Indien dit op korte termijn niet gelukt, wordt de ruil zonder meer toegelaten. B. Het vrijlaten van woningen boven een bepaald huurbedrag. Het komt wel eens voor, dat er geen woningzoekenden zijn, die met een duurdere wo ning geholpen kunnen worden. In zo'n geval wordt onderzocht of zulk een pand zich 3eai voor meervoudige bewoning. Is dit niet het geval, dan worden ten aanzien van even tuele gegadigden voor een dergelijke woning geen of zeer gematigde eisen gesteld. C. Het onttrekken aan het gemeentelijk huisvestingsbeleid van z.g. dienstwoningen, (woningen aan een bepaalde betrekking verbonden)Deze soort woningen valt niet onder de bepalingen der Huurwet. Hiervan wordt in de practijk vaak misbruik ge maakt, om een ontslagen werknemer te doen veroordelen zo'n woning op zeer korte termijn te ontruimen. De woning wordt daarna benut om een werkkracht van elders aan te trekken, welke iedere bijzondere binding met het bedrijf mist en die even goed ter plaatse gevonden had kunnen worden. Wordt ook deze werknemer weer ont slagen, dan moet van gemeentewege weer een woning ter beschikking worden gesteld. D. Het vrijlaten van de z.er. voorkeurswoningen. Het wil ons college voorkomen, dat hiermede beoogt wordt het laten vervallen van de eis van een bepaalde minimum bezetting der voorkeurswoningen, alsmede het loslaten van het systeem der z.g. vervangende voorkeurs\ironingen. Het loslaten van de eis van minimum bezetting, zou slechts een voordeel opleveren

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1954 | | pagina 387