GEMEENTE BREDA
Bijlagen 1954
no. 222
5 Mei 1954
V/6312
Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op een ver
zoek van het R.K. Kerkbestuur der parochie van de H. Ge-
rardus Majelia om op grond van artikel 72 der lager on
derwijswet 1920 medewerking te mogen ontvangen voor de
stichting van een lagere school op een terrein gelegen
nabij de P.G. Hooftstraat/Bredero straat
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
Het R.K. Kerkbestuur der parochie van de H. Gerardus Majelia verzoekt in bijgaande
aanvrage op grond van artikel 72 der lager onderwijswet 1920 Uw medewerking te mogen
ontvangen voor de stichting van een lagere jongensschool met handenarbeidlokaal en
gymnastieklokaal op een terrein gelegen nabij de P.O. Hooftstraat/Brederodestraat.
Voor de stichting van een bijzondere lagere school wordt door de lager onderwijs
wet 1920 overlegging vereist van:
a. een verklaring waaruit blijkt, dat de school zal worden bezocht door tenminste 100
leerlingen;
b. een verklaring waarbij het bestuur zich verbindt om een bedrag, gelijkstaande met
15% der stichtingskosten, in de gemeentekas te storten;
c. een opgave van het aantal leerlingen voor wie het gebouw ruimte moet bieden, het
maximaal aantal leerlingen, dat per lokaal zal worden toegelaten en het aantal loka
len, dat het gebouw zal bevatten;
d. een verklaring, waaruit blijkt, dat het schoolbestuur is aangesloten bij een groep
bijzondere scholen, welke een commissie van beroep hebben ingesteld.
De overgelegde stukken voldoen alle aan de door de wet gestelde eisen.
Van de "ouder-verklaring" (a), welke de namen van 128 leerlingen bevat, die de te
stichten school zullen gaan bezoeken, dienen 4 kinderen te worden afgevoerd wegens het
ontbreken van de handtekening- van een der ouders.
De overige kinderen (l24 in totaal bezoeken momenteel de bijzondere lagere school
aan de P.C. Hooftstraat en mogen slechts worden medegeteld, indien aanzienlijke toeneming
of belangrijke verplaatsing van de bevolking in enig deel van de gemeente of andere ge
wichtige omstandigheden tot schoolstichting aanleiding geven, (artikel 73 sub 4 der wet).
Aangezien hier zowel sprake is van aanzienlijke toeneming der bevolking in het
Boeimeerkwartier (nieuwbouw) als van andere gewichtige omstandigheden(onvoldoende
plaatsruimte in de toekomst) kan de leerlingen-opgave worden geacht te voldoen aan de
in artikel 73 sub la van de lager onderwijswet 1920 voor deze gemeente gestelde minimum
eis van 100 kinderen, door wie de school zal worden bezocht.
Opgemerkt zij nog, dat de bestaande school, na gereedkoming van de jongensschool,
uitsluitend voor meisjes zal worden bestemd.
Voor de motieven, welke voor deze schoolstichting overigens worden aangevoerd en
welke wij volledig kunnen onderschrijven, mogen wij U kortheidshalve verwijzen naar het
hierbijgaande advies van de inspecteur van het lager onderwijs
Met de bouw van een gymnastieklokaal, behorende bij de onderhavige school, kunnen
wij ons eveneens verenigen. Door meergenoemde inspecteur zal aan de Minister worden
Volgno. 13 der agenda