.-.-j volgrir. 17a der agen-aa 5c Geen vergoeding voor overwerk ingevolge de voorgaande leden wordt genoten door ambtenaren, due met de leiding van een dienstvak of een onderdeel daarvan zijn belast, of die niet onder leiding overwerk verrichten. Aan deze ambtenaren kan bij wijze van tijdelijke toelage een door Burgemeester en Wethouders vast te stellen vergoeding worden toegekend. 6. Ten aanzien van ambtenaren, voor wie in verband met de aard hunner werkzaamheden bijzondere werktijdregelingen gelden, stellen Burgemeester en Wethouders afzon derlijke regelen vast voor het toekennen van overwerkvergoeding. 7Indien ten aanzien van bepaalde ambtenaren of categorieën van ambtenaren geen re geling ven de arbeidstijd is vastgesteld en bekend gemaakt, of indien overigens de aard van hun werkzaamheden van zeer bijzondere aard is, zijn Burgemeester en Wethouders bevoegd te hunnen aanzien - zo nodig in afwijking van het bepaalde in de vorige leden - naar billijkheid een vergoeding per uur vast te stellen voor arbeid, welke voor hen naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders het karak ter van extra dienst draagt. 8„ Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd ten aanzien van werkzaamheden, welke in verband met hun omvang en hun aard door ambtenaren van verschillende rang op ge- 1 ijke voet rerden uitgevoerd, te bepalen, dat daarvoor, indien die werkzaamheden buiten de vastgestelde arbeidstijden worden verricht, een voor alle daarbij be trokken ambtenaren gelijke, naar billijkheid vast te stellen vergoeding per uur zal worden genoten. 9c a. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd in een dienstreglement voor bepaalde categorieën van ambtenaren een afzonderlijke regeling vast te stellen voor de vergoeding van overwerk in afwijking van het bepaalde in de vorige leden. b.Geen vergoeding voor overwerk wordt gegeven in tijden van oorlogsgevaar of andere bijzondere omstandigheden voor zover dit overwerk naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders onmiddellijk verband houdt met deze bijzondere omstandighe. .n en voor overwerk verricht ingevolge artikel 56 van dit regle ment. Dit besluit treedt in werking op 1 Februari 1954. Aldus vastgesteld door de Raad der gemeente Breda in zijn openbare ver gadering van voorzitter, secretaris

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1954 | | pagina 59