Bij volgnummer 4a der agenda. -2- De breedte van de beide bruggen is gelijk gehouden n.l. 26 m twee rijwegen breed elk 8 m gescheiden door een verhoogde tussenberm ter breedte van 4 m en aan de buiten zijde een trottoir breed 3 m)De verharding van de rijwegen op de brug bestaat uit een laag grof asfalt beton, dik 5 cm. De trottoirs en de tussenberm worden afgedekt met basaltinetegels in cementspecie. De trottoirs worden aan de waterzijde opgesloten door een granieten dekzerk waarop een ijzeren leuning wordt bevestigd. Voor het bouwen van de bruggen is het noodzakelijk de singelgracht ter plaatse gedurende 6 a 7 maanden geheel af te dammen. Gedurende deze periode zal de afvoer van de rivieren de Mark en de Aa of Weerijs dienen te geschieden via de Westelijke singel gracht. Het constructiewerk van de bruggen dient derhalve te worden uitgevoerd in de maanden, dat in de genoemde rivieren geen hoge waterstanden optreden, dus in de periode April t/m October. In verband hiermede dient met de werkzaamheden op het terrein ten behoeve van de bruggen uiterlijk in de maand Mei een aanvang te worden emaakt en moet de aanbesteding omstreeks 15 April worden gehouden. De uitvoering van de beide bruggen wordt veel min der kostbaar indien zij volgens één bestek, dus door dezelfde aannemer, geschiedt. Deze kostenbesparing kan in het onderhavige geval worden verkregen door het nodige hulpmaterieel en de nodige hulpconstructies, achtereenvolgens voor beide bruggen te gebruiken. In verband met de beschikbare bouwtijd buiten de hoogwaterperiode van de Mark en de Aa of Weerijs (zie hiervoor) kan in elk seizoen dan slechts één brug worden gebouwd. Met het oog op de verplichting, welke op de gemeente rust ingevolge de zoge naamde K.M.A. akten om de Prinsenbxug uiterlijk October 1954 in gebruik te stellen dient daarom de laatst genoemde brug in dit jaar te worden gemaakt. De Nassaubrug kan dan in het voorjaar van 1954 in uitvoering wordon genomen. Een begroting van kosten voor de bouw van één brug is in de leeskamer bij de teke ning ter visie gelegd. Uit de mede overgelegde concept-begrotingswijziging blijkt de geschatte besparing, indien de uitvoering der bruggen in één bestek plaats heeft. Wij mogen U voorstellen het nodige crediet te verlenen door vaststelling van de 33e wijziging der gemeente-begroting voor 1953» waarvan het concept in de leeskamer ter visie ligt. In dit crediet zijn de beide bruggen begrepen; de kosten van één brug worden te zijner tijd opnieuw op de dienst 1954 geraamd, hetgeen thans uiteraard nog niet mogelijk is. De Bouwcommissie uit Uw Raad kan zich met dit voorstel verenigen. Burgemeester en Wethouders van Breda, C. Kortmann burgemeester. Van Woensel secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1954 | | pagina 667