fff
GEMEENTE BREDA
v
Behoort bij vo.
.gnummer
.er agenda
Bijlagen 1953
No. 294
8 Juli 1953
Afschrift
V/12068
Voorstel van Burgemeester en Wethouders met betrekking
tot het crediet voor de bouw van twee bruggen over de
Wilhelminasingel
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
Bij Uw besluit d.d. 11 Februari 1953 werd een crediet ad 600.000.- beschikbaar
gesteld voor de bouw van een tweetal bruggen over de Wilhelminasingel.
Uit de sedertdien met Gedeputeerde Staten gevoerde correspondentie is ons gebleken,
dat op het desbetreffende besluit tot wijziging der gemeentebegroting voor 1953 niet
de vereiste goedkeuring is te verwachten.
Gedeputeerde Staten hadden zowel bezwaar tegen de gedachte vorm van de Prinsenbrug
als tegen de bouw van de Nassaubrug op het door ons gewenste tijdstip.
Nadat ter zake met ons college uitvoerig van gedachten is gewisseld hebben Gedepu
teerde Staten ons medegedeeld, dat zij alsnog instemmen met het gevoteerde crediet voor
de bouw van de Prinsenbrug volgens de gekozen vorm. De bezwaren tegen het crediet voor
de bouw van de Nassaubrug bleven evenwel gehandhaafd.
Deze bezwaren werden door Gedeputeerde Staten als volgt geformuleerd:
"Met het tot stand komen van de Prinsenbrug, naar afmetingen, zoals thans ontworpen,
zal reeds meer verkeersgelegenheid geboden worden dar/Voor het huidige verkeer strikt
nodig is. De bouw van een tweede brug, de Nassaubrug, op korte afstand van de te bouwen
Prinsenbrug komt daarom voorlopig overbodig voor.
Pas als het verkeer over de te bouwen Prinsenbrug en de bestaande Bosschebrug te
frequent zou worden, komt de bouw van de Nassaubrug in aanmerking. De snelheid van de
stadsuitbreiding in het Brabantpark doet het zeer onwaarschijnlijk lijken, dat dit de
eerste jaren het geval zal zijn.
De verkeersmogelijkheid, die de te bouwen Prinsenbrug zal bieden is zelfs zo groot,
dat de tijd zal moeten leren, of de Nassaubrug zo dicht bij de Bosschebrug ooit nodig
zal zijn en zo ja, of deze brug dan wel de breedte zal moeten verkrijgen, die thans
wordt voorgesteld."
Naar de mening van Gedeputeerde Staten staat het vast, dat de bouw van de Nassau
brug zonder bezwaar voor meerdere jaren uitgesteld kan worden. Ook met het oog op de
financiële toestand der gemeente is het noodzakelijk, dat thans niet onvermijdelijke
uitgaven worden uitgesteld.
Onzerzijds is tegenover deze bezwaren het volgende gesteld:
Uiteraard bieden de ontworpen bruggen belangrijk meer verkeersgelegenheid dan voor
het huidige verkeer strikt nodig is. Bruggen zijn objecten welke - behoudens vernieling
onder oorlogsomstandigheden - worden gebouwd voor een periode van 100 jaar of meer.
Daar zelfs binnen een periode van 20 jaar gerekend moet worden op een vervijfvoudiging
van het tegenwoordige verkeer is het alleszins gewettigd bruggen te bow en welke ook
dit spoedig te verwachten verkeer zullen kunnen verwerken. Bij het maken van uitbrei-