GEMEENTE BREDA
0 0
voigno, b der agenda
Bijlagen 1954
no. 262
9 Juni 1954
1/6039
Schrijven van Burgemeester en Wethouders inzake
de vaststelling van een nieuw Reglement voor het
Oude-mannenhuis
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
In Uw vergadering van 12 Mei j.l. is ons voorstel tot vaststelling van een nieuw
reglement voor het Oude-mannenhuis (bijlagen 1954 no. 218) aangehouden om nader beraad
over de vraag of artikel 12 van het ontwerp niet aldus diende te worden gewijzigd, dat
de rentmeester niet uit een voordracht van het College van Regenten wordt benoemd,doch
uit een voordracht van ons college gehoord dit College.
Nader beraad heeft ons tot de conclusie gevoerd, dat het ontwerp op dit punt
beter ongewijzigd kan blijven. Immers de rentmeester ontvangt zijn opdrachten uitslui
tend van het College van Regenten en hij staat uitsluitend dit College ten dienste.
Het lijkt gewenst, dat deze verhouding reeds bij de benoeming meespreekt, zodat niet
een rentmeester aan dit College wordt "toegevoegd", doch dat dit College bij de be
noeming een doorslaggevende taak heeft, zij het dat het verplicht is twee personen
voor te dragen. Een en ander kan niet anders dan ten goede komen aan de interne ver
houdingen, zowel in de werkzaamheden van het College van Regenten als in zijn verant
woordelijkheid tegenover de burgerlijke overheid, namens welke het Oude-mannenhuis
wordt beheerd.
I* fH De zaak ligt hier anders dan bij de benoeming van leden van het College van Re
genten zelf, waarvan in artikel 2 van het ontwerp gezegd wordt, dat zij benoemd wor
den door Uw Raad op een aanbeveling van twee personen, opgemaakt door Burgemeester en
Wethouders in overleg met regenten. Ten aanzien van deze leden dient Uw Raad inderdaad
geheel zelf te bepalen wie namens de burgerlijke overheid als regent zal optreden.
Wij vertrouwen hiermede ons standpunt ten aanzien van art. 12 van het ontwerp
voldoende te hebben toegelicht.
Burgemeester en Wethouders van Breda,
C. Kortmann
Van Woensel
burgemeester.
secretaris.