Volgno. 7 der agenda -2- zwaarste lasten heeft te dragen. De ontwerp-regeling welke wij op grond van het bepaalde in artikel 62 en 65 van het "Ambtenarenreglement voor onderwijzers 1948" (Gemeenteblad 1948no1088)naar de daarvoor in aanmerking komende onderwijzers-organisaties hebben gezonden, bevatten voor de gehuwde onderwijzers een tegemoetkoming in de kosten bij verandering van standplaats naar Breda voornamelijk bestaande uit: a. de kosten voor overbrenging van de inboedel; b. 90^ van de pensionkosten (eventueel reiskosten). De beide organisaties (de afdeling Breda van de Katholieke Onderwijzers Bond en de afdeling Breda van de Nederlandse Onderwijzers Vereniging) hebben in bijgaande brieven de volgende opmerkingen dienaangaande kenbaar gemaakt: 1De Nederlandse Onderwijzers Vereniging zag de regeling ook gaarne op de ongehuwde onderwijzers van toepassing verklaard, terwijl de Katholieke Onderwijzers Bond op merkt dat vele gemeenten waar een verplaatsingskostenregeling voor onderwijzers bestaat, de bepalingen van het rijksverplaatsingskostenbesluit geheel hebben over genomen 2. Beide organisaties willen naast de toegekende vergoeding voor het overbrengen van de inboedel nog een vaste vergoeding van 57° van de jaarwedde voor alle andere on kosten uit de verhuizing voortvloeiende. 3. De Nederlandse Onderwijzers Vereniging verzoekt de gehuwde onderwijzer, die ver plicht is een pension te nemen, eenmaal in de veertien dagen de reiskosten te ver goeden voor het bezoeken van zijn gezin. Ten aanzien van deze opmerkingen mogen wij het volgende adviseren: ad 1Op grond van het door ons ingenomen standpunt,namelijk dat deze materie op de eerste plaats een rijkszaak is, doch dat het voor het aantrekken van ervaren (meestal gehuwde) leerkrachten in het belang van het onderwijs is dat voor deze categorie de verplaatsingskosten worden geregeld, achten wij het niet nodig om de regeling ook voor de ongehuwde onderwijzers te doen gelden, ad 2.en 3- De door de organisaties voorgestelde vaste vergoeding van 5c/° achten wij aanvaardbaar. Ook het rijksverplaatsings%esluit kent deze vergoeding, terwijl het Ambtenarenreglement van Breda ook een vergoeding voor de inrichtingskosten voor de nieuwe woning toekent tot een maximum van 10/o van de jaarwedde. Uit gaande van de gedachte om de gehuwde onderwijzer bij verandering van standplaats zoveel mogelijk te helpen, hebben wij gemeend dit voorstel van de organisaties alsnog in de ontwerp-regeling te moeten opnemen, alsmede ook het verzoek om de gehuwde onderwijzer, die in pension is, om de veertien dagen de reiskosten te vergoeden voor het bezoeken van zijn gezin. Aangezien de onderwijzers-organisaties verder tegen de regeling geen bezwaren hebben, geven wij U in overweging over te gaan tot vaststelling van de bijgaande ont werp-regeling "verplaatsingskostenregeling onderwijzers", waarin de bovenstaande twee verzoeken van de organisaties zijn opgenomen. Nat de kosten per jaar zullen zijn is moeilijk aan te geven. Voor de periode van 1/9 - 31/12/1954 stellen wij U voor hiervoor een bedrag uit te trekken van 1000,- door vaststelling van bijgaande begrotingsinjziging Burgemeester en Wethouders van Breda, C. Kortmann burgemeester. Van Woensel secretaris. ligt ter visie in de leeskamer

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1954 | | pagina 693