Bij volgno. 24c der agenda -2- den bij voldoende bekwaamheid, geschiktheid en dienstijver en ook tijdens het verlof, hetwelk de werkman krachtens de bepalingen van het Werkliedenreglement 1934 geniet ter vervulling van militaire of daarvoor in de plaats tredende dienst, toegekend telkens na een dienstjaar in dezelfde loonklasse. 2. De periodieke verhogingen gaan in op de eerste Januari. 3. Voor de toekenning van een periodieke verhoging aan een werkman, die in de loop van een kalenderjaar wordt aangesteld of bevorderd, wordt de tijd, die verlopen is van de dag van ingang van zijn aanstelling of bevordering tot de eerste Janu ari daaraanvolgende voor een dienstjaar gerekend ofwel buiten rekening gelaten, naar gelang de aanstelling of bevordering voor of op 1 Juli dan wel na 1 Juli is ingegaan. 4. Burgemeester en Wethouders kunnen aan de werkman een of meer periodieke verho gingen toekennen met ingang van een vroegere datum dan waarop hij deze volgens het bepaalde in de vorige leden van dit artikel zou verkrijgen. In dit geval zal de vervroeging eveneens gelden voor de volgende periodieke verhogingen, tenzij het tegendeel wordt bepaald. Artikel 5 1Aan een werkman, die naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders bijzondere persoonlijke eigenschappen bezit, welke voor de vervulling van zijn functie van belang zijn, wordt een vaste of tijdelijke toelage verleend. 2. Aan een werkman of groep van werklieden, aan wie naar het oordeel van Burgemees ter en Wethouders zodanige eisen gesteld worden, dat zijn (hun) positie of taak een bijzonder karakter draagt, hetwelk hem (hen) onderscheidt van de overige in dezelfde loonklasse werkzame personen, wordt een vaste of tijdelijke toelage verleend. 3. De toelagen, bedoeld in het eerste en tweede lid, bedragen ten hoogste 20fc van het loon. Artikel 6 Bij afzonderlijke verordening wordt de toekenning van kindertoelage gere geld. Artikel 7 1Waar door Burgemeester on Wethouders vast te stellen regelen kan aan de werkman die blijkens een met goed gevolg afgelegd examen een bekwaamheid heeft verwor ven, welke naar hun oordeel in het belang van de dienst is, een vaste diploma toelage worden toegekend; 2. De toelage bedraagt voor één examen, als vorenbedoeld, ten hoogste 40,- en voor meerdere tesamen ten hoogste 80,- per jaar; zij wordt niet genoten, in dien het bezit van het diploma vereist wordt voor de goede vervulling van de functie van de werkman. Artikel 8 Voor het van gemeentewege verstrekte genot van woning, vuur, licht en/of water wordt op de bezoldiging een korting toegepast, als door Burgemeester en Wethouders in elk bepaald geval, voor zoveel mogelijk en redelijk in overeenstem ming met de regeling dienaangaande in het b ^zoldigingsbesluit voor de burgerlijke Rijksambtenaren,wordt vastgesteld. Artikel 9 De werkman wordt voor de berekening van zijn loon op 27 December 1953 of op enige datum voor die van de vaststelling van deze verordening geacht oen aantal dienstjaren te hebben, dat gelijk is aan het aantal periodieke verhogingen, dat hi op diezelfde data genoot.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1954 | | pagina 797