GEMEENTE BREDA
OVEREENKOMST VAM GELDLENING.
Tussen
de gemeente (verder genaamd de geldneemster) ten deze vertegenwoordigd
door haar burgemeester, de heer
wonende te
handelende krachtens het besluit van de raad der gemeente
d.d. 19 nr goedgekeurd door gedeputeerde staten der provin
cie bij besluit van 19 nr.
en
de gemeente Breda (verder genaamd de geldgeefster)ten deze vertegendoordigd door
haar burgemeester wonende te Breda, handelende krachtens
het besluit van de raad der gemeente Breda d.d. 19 nr.
goedgekeurd door gedeputeerde staten der provincie Noord-Brabant bij besluit van
19 j G nr. is aangegaan een overeenkomst van geldlening ten
bedrage van j 2.000.000.- (twee millioen gulden) onder de navolgende voorwaarden:
1. De geldgeefster verbindt zich om het bedrag der geldlening aan de gemeente te vol
doen op 16 Maart 1954 tegen een koers van 100/> door storting bij de N.V. Bank voor
Nederlandsche Gemeenten te 's Gravenhage.
De uitbetaling zal geschieden tegen afgifte door geldneemster aan geldgeefster van
een schuldbekentenis, waarin verwezen wordt naar dezakte en waarin als datum van
ondertekening wordt vermeld 15 Maart 1954.
2. Over het ter leen verstrekte bedrag zal aan geldgeefster een rente worden betaald
van 2'z (twee en een half procent) per jaar, vervallende in jaarlijkse termijnen,
telkens op 15 December, voor het eerst op 15 December 1954, over het alsdan ver
schenen tijdvak te rekenen vanaf 15 Maart 1954. Voorts zullen - telkenjare op 15
December - door geldneemster aan geldgeefster gedurende de hierna volgende jaren
de daarachter vermelde bedragen worden betaald:
1954 t/m 1955 38.622,86
1956 t/m 1968 7.982,86
1969 38.622,86
1970 t/m 1982 7.982,86
1983 30.371,43
1984 t/m 1992 7-982,86
1993 30.371,43
1994 t/m 2000 7-982,86
2001 t/m 2003 30.371,43
zijnde een evenredig gedeelte van de premiën, welke door de geldgeefster verschul
digd zijn voor de door haar, krachtens raadsbesluit van goedgekeurd
door gedeputeerde staten van Noord-Brabant bij besluit van G nr
uitgegeven obligatielening, groot 7.000.000.-.
3. Het gehele bedrag der geldlening zal aan geldgeefster worden terugbetaald in 50(vijf
tig) termijnen, te weten in de jaren 1954 tot en met 2002 telkens 2.200.- per jaar
en in het jaar 2003 f 1.892.200.-. De aflossingen zullen plaats hebben op 15 Decem
ber van de betreffende jaren. De eerste aflossing zal derhalve plaats vinden op 15
December 1954, de laatste aflossing op 15 December 2003.
4. Versterkte aflossing zal niet mogen plaats hebben.
5. Alle betalingen zullen zonder kosten voor de geldgeefster worden gedaan ten kantore
van de gemeente-ontvanger van Breda of daar wa. r de geldgeefster dit zal bepalen,
terwijl geen kwijting zal kunnen worden gevorderd voor en aleer de verschuldigde be
dragen in het bezit van de geldgeefster zijn.
6. Indien enige termijn van rente en/of aflossing, alsmede de bedragen, genoemd onder
2 en de kosten, genoemd onder 10 van deze overeenkomst niet op de in deze overeen
komst genoemde verschijndagen mochten zijn betaald, dan vermeerdert het niet betaal
de bedrag met een boete van -2 >0 per maand - een ingetreden maand als een volle gere
kend - en wordt al het verschuldigde terstond en ineens opvorderbaar. De geldneem
ster zal in gebreke zijn door het enkele verloop van de bepaalde termijn, zonder in
gebrekestelling of soortgelijke acte.