GEMEENTE BREDA
De Raad. der gemeente Breda in zijn openbare vergadering van 16 Juni
1954;
Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 9 Juni 1954,no.
VI/ 10160
heeft besloten:
I. ten aanzien van het personeel der gemeente-politie, als plaatselijke ambtena
ren en bedienden in de zin van het 1e lid van de artikelen 170 en 179 der Ge
meentewet, jo.het 2e lid van artikel 125 der Ambtenarenwet 1929, voor zover dit
niet is ambtenaar in de zin van het Ambtenarenreglement voor de gemeentepoli
tie, van toepassing te verklaren:
a. indien het werkzaam is ten behoeve van de administratie van de politie of
wel op een bezoldiging, welke bij de maand of langer wordt bepaald ten be
hoeve van de technische dienst van de politie en naar gelang van de aard
van hun dienstverband de bepalingen van het Ambtenarenreglement (gemeente
blad No.856), welke gelden onderscheidenlijk voor de ambtenaren in vaste
of tijdelijke dienst dan wel in dienst op arbeidsovereenkomst naar burger
lijk recht;
b. indien het op een bezoldiging, welke bij de week of korter wordt bepaald,
werkzaam is ten behoeve van de technische dienst der politie naar gelang
van hun dienstverband de bepalingen van het Werkliedenreglement 1934,welke
gelden onderscheidenlijk voor de vaste, de voorlopig aangestelde, de losse
en de jeugdige werklieden;
een en ander behoudens het bepaalde in hoofdstuk IX van het Ambtenarenregle
ment (gemeenteblad no.856) en in het 2e lid van artikel 2 van het Werklieden
reglement 1934, dat eerst van toepassing wordt met ingang van een door de Bur
gemeester te bepalen datum.
II. ten aanzien van de onder I, letter a, bedoelde ambtenaren van toepassing te
verklaren de Bezoldigingsregeling Ambtenaren 1954, met dien verstande, dat:
1e. op de bedoelde ambtenaren, in dienst op arbeidsovereenkomst naar burger
lijk recht de bepalingen van die bezoldigingsregeling slechts van toepas
sing zijn, indien en voor zover deze in de arbeidsovereenkomst van toe
fje passing zijn verklaard;
2e. dc salarisschaal van de Chef van de Administratie van de politie met ingang
van 1 Januari 1954 wordt vastgesteld op: 5400,- - f 6600,- met 6 verho
gingen van 200,- per jaar;
3e. de rang van hoofdschrijver vervalt en na de rang van klerk wordt ingevoegd
die van bureelambtenaar: 3250 -ƒ4150, 6 x/150.
III.ten aanzien van de onder I, letter b, bedoelde werklieden in vaste of voorlo
pige dienst aangesteld, van toepassing te verklaren de Bezoldigingsregeling
Werklieden 1954.
IV. te bepalen, dat met betrekking tot de rechtspositie en de bezoldiging van het
personeel, voor hetwelk dit raadsbesluit geldt, de Burgemeester in de plaats
treedt van Burgemeester en Wethouders.
V. te bepalen, dat dit raadsbesluit in werking treedt op 27 Decainber *.1953» voor
zover het bepaalde sub III betreft en overigens op 1 Januari 1954 e.n dat te
gelijk daarmede de overeenkomstige bepalingen van het raadsbesluit van 12 April
1950 (gewijzigd bij raadsbesluiten van 15 Juni 1950 en 14 Januari 19'_53) ver
vallen.
De Raad voornoemd,
De Secretaris, De Voorzitter,