GEMEENTE BREDA
J
De Raad der gemeente Breda;
Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 10 Juli 1954
(Bijlagen 1954, no. 3615
besluit:
I» het besluit van 25 Juli 1951 tot het aangaan met de Staat van een overeenkomst
gelijk was neergelegd in het bij dat besluit behorende concept van een praeli-
minaire akte met bijlagen (de z.g. K.M.A.-akten)te wijzigen als volgt:
I. Artikel 6 van hoofdstuk B van Bijlage A wordt vervangen door een nieuw artikel
6luidende
1. de Staat verbindt zich om, voorzover de doorgang wordt verleend ten laste
van de hem in eigendom toebehorende percelen, 'kadastraal bekend gemeente
Breda, sectie B nos. 5124, 5600 en 6097, op die percelen een straat ter
breedte van ten minste negen meter aan te leggen.
2. De kosten van de aanleg van de in het eerste lid genoemde straat komen ten
laste van de gemeente. Het onderhoud van deze straat zal geschieden door
en op kosten van de gemeente ten genoege van de Staat.
II.Artikel 38, lid 2, wordt gewijzigd als volgt:
a. aan de 1e alinea wordt toegevoegd:
"of - indien deze dienst mocht zijn of worden opgeheven - op een wijze, welke
- ook in haar financiële gevolgen - met een uitvoering door die dienst het
meest overeenkomt"
b. in de 2e alinea worden de woorden:
"Indien deze dienst niet kan worden ingeschakeld",
vervangen door:
"Indien de uitvoering niet kan geschieden op de wijze als hiervoor is bedoeld".
c. in de 3e alinea worden de woorden:
"In geval deze dienst slechts gedeeltelijk kan worden ingeschakeld"
vervangen door:
"In geval de uitvoering slechts gedeeltelijk kan geschieden op de wijze
als hiervoor is bedoeld".
Aldus besloten door de Raad der gemeente
Breda in zijn openbare vergadering van
14 Juni 1954.
voorzitter.
