GEMEENTE BREDA Bij volgno. 29a der agenda Toelichting behorende bij het voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het toeken nen van een schadevergoeding aan W.v.d.Enden wegens voortijdige uit de pachtneming van grond in de Boeimeer. De uit de pachtneming van de percelen E nos 2027 en 2028 is noodzakelijk in verband met de bouw van het Diaconessenhuis met bijkomende werken. Hoewel de gemeente de percelen E 3352 en 126 niet onmiddellijk nodig heeft, is uit de pachtneming hiervan uit een oogpunt van voorzichtigheid gewenst. Indien nl. in de tijd tot 11 November 1956 een nieuwe pachtwet tot stand zou komen bestaat er groot gevaar, dat voor een geval als het onderhavige een schadevergoeding berekend naar factor 7,5 (9 jaar) zou moeten worden toegekend. V.d.Enden is tuinder van beroep. Hij heeft een, voor de gemeente Breda, ho ge teeltvergunning van 2.5 ha, d.i. voor fijne tuinbouwgewassen, waarin aardbeien, bessen e.d. niet zijn begrepen. De percelen E 2028-2027 en 3352 bestaan uit tuinland, waarop in totaal 96 are aardbeien en 7.5 are bessenstruiken zijn geplant. Verder wordt op deze grond geteeld: knolselderij, savoyen, sperciebonen, spruitlcool, aardappelen, suikerbieten, tuinbonen, wortelen, prei en rode kool. Een klein gedeelte ter groot te van ongeveer 35 are is weiland. De jaarlijkse vergoeding met aftrek van de vrijkomende elders weer nuttig te besteden arbeid kan worden begroot op 2200.- per ha. Door v.d,Enden is reeds van deze percelen geoogst, n.l. aardbeien, bessen en spinazie, doch hier staat tegenover, dat de overige producten alle zijn geplant of gezaaid, terwijl de volle "reek" in de grond aanwezig is. De vergoeding voor de percelen E 2027 en 2028, groot 1.57 ha, dient te wor den berekend over 2 oogstjaren, derhalve 1.57 x 2200,- x factor 1.93 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1955 | | pagina 1006