Volgno. 30a der agenda -2- het bestaande en voor 1955 bij de beoordeling van de subjectieve bijdrage geaccep teerde verzorgingsniveau niet aantasten. Het is nu reeds te voorzien, dat voor het jaar 1957 de investeringslasten weer belangrijk hoger zullen zijn dan voor 1956, dus dat voor 1957 weer een verhoging dor uitkering uit het Gemeentefonds zal moeten worden gevraagd. Haast bovenbedoelde 310.000,- moet naar onze mening op subjectieve wijze dekking van uitgaven worden verkregen door een uitkering uit het Gemeentefonds voor de niet objectief gedekte gevolgen van loons- en prijsstijgingen. liede tengevolge van de loons- en salarisverhogingen van 1 October 1954 en 1 Januari 1955 zijn er hogere uitgaven voor dc gemeente veroorzaakt ook buiten de eigenlijke gemeentelijke sector in enge zin, zoals verhoging van de contributie der Vereniging van Nederlandse Gemeenten, verhoging verpleegprijzen voor zieken, krank zinnigen, bestedelingen, kolonie- en vacantiehuizen, meerdere salariskosten enz. bij bijzondere ondcrwijsinstellingen, welke door de gemeente worden gesubsidieerd (b.v. Nijverheidsonderwijs) en tal van andere. Deze zijn te stellen op 200.000,-. Dc directe loon- en salarisverhogingen voor do gemeente belopen 450.000,-, waarvan gerekend moeten worden te behoren tot de geldelijk onrendabele sector de verhogin gen tot een bedrag van 270.000,- (rendabel zijn geacht lonen e.d. voor lichtbe- drijven en waterleiding, slachthuis, woningbedrijf e.a. De totale lastenverzwaring voor de gemeente bedraagt dus 270.000,- 200.000,- 470.000,-. Voor de directe en indirecte gevolgen van loons- en salarisverhogingen wordt echter slechts een verhoging der uitkering uit het Gemeentefonds in uitzicht ge steld van 10fo van het basisbedrag der algemene uitkering, hetgeen voor Breda neer komt op 370.000,-. Voor het verschil ad 100.000,- blijft naar onze mening geen andere oplossing dan het vragen van een subjectieve verhoging der algemene uitkering uit het Gemeentefonds, tenzij zou kunnen worden overgegaan tot verlaging van het huidige verzorgingsniveau. Dit laatste zal Uw Raad met ons uitgesloten achten. Wij stellen U daarom voor een subjectieve verhoging, als bovenbedoeld, voor het jaar 1956 aan te vragen tot een bedrag van 410.000,-. Burgemeester en Wethouders van Breda, C. Körtmann burgemeester. Van Woensel secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1955 | | pagina 1012