Volgno. 34 der agenda
-2-
conclusie, dat de voorgenomen vaststelling van de wedde van de secretaris van deze
gemeente per 1 Januari 1954 naar een schaal van 12.360,- - 13.800,- te laag is
te achten.
Indien Uw Raad zich hiermede kan verenigen, mogen wij in overweging geven Uw
gevoelen aan Gedeputeerde Staten kenbaar te maken, ook al is daarvan - zoals werd
opgemerkt - geen positief resultaat te verwachten.
Gelet op deze omstandigheid, menen wij dat het niet nodig is, dat Uw Raad zich
uitspreekt op welk bedrag de secretaris-wedde zou dienen te worden bepaald, waarbij
getreden zou moeten worden in een beoordeling van de bij bovengenoemde organisaties
van elkaar divergerende inzichten.
Voorts mogen wij nog het volgende opmerken.
In de bezoldigingsregeling secretarissen van enige andere provincies komt de
bepaling voor, dat de secretaris bij het bereiken van de 62-jarige leeftijd steeds
het maximum-salaris van de voor hem geldende scheel wordt toegekend. Al dan niet op
grond van enige formele bepaling, wordt in vele gemeenten een gelijk bezoldigings-
beleid gevoerd ten aanzien van het overige gemeentepersoneel.
Wij mogen Uw Raad voorstellen aan Gedeputeerce Staten in overweging te geven in
de voor deze provincie geldende bezoldigingsregeling secretarissen een bepaling op
dit punt op te nemen.
Burgemeester en Wethouders van Breda,
C. Kortmann
burgemeester.
Van Woensel
secretaris.
Ligt ter visie in de raadzaal.