GEMEENTE BREDA Volgno. 11b der agenda Bijlagen 1955 no. 559 5 October 1955 V/18180 Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het definitief vaststellen van de vergoeding, bedoeld in artikel 101 bis der lager onderwijswet 1920 over het jaar 1952. AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA. Krachtens het bepaalde in artikel 101 bis, 4e lid der lager onderwijswet 1920 vergoedt de gemeente, indien zij geen openbare scholen voor v.g.l.o. en u.l.o. in stand houdt, aan de besturen van gelijksoortige bijzondere scholen de beloningen van aan die scholen verbonden vakonderwijzers, tenzij Uw Raad van oordeel is, dat de kosten zonder noodzaak zijn gemaakt of hoger zijn dan noodzakelijk is. In dat geval wordt de vergoeding geheel of gedeeltelijk afgewezen. Op grond van het bepaalde in het 5e lid van genoemd artikel zijn door Uw Raad aan de in het concept-besluit genoemde schoolbesturen voorschotten verleend, aan gezien er blijkens de in 1952 door de inspecteur van het lager onderwijs uitgebrach te adviezen, geen reden was om aan te nemen, dat de kosten buiten noodzaak werden gemaakt en/of het getal aan de vakleerkrachten opgedragen lesuren te hoog was. De vakleerkrachten zijn bezoldigd overeenkomstig de normen vastgesteld in de door Uw Raad vastgestelde bezoldigingsregeling. De op de vergoedingen betrekking hebbende salariskwitanties zijn door ons onderzocht en accoord bevonden, weshalve wij U voorstellen over te gaan tot hot definitief vaststellen van de vergoedingen, bedoeld in artikel 101 bis van de lager onderwijswet 1920 ten behoeve van de op bijgaand concept-besluit vermelde scholen Burgemeester en Wethouders van Breda, A.P. Romsom Van Woensel loco-burgemeester. secretaris. Ligt ter visie in de raadzaal. RNo2

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1955 | | pagina 1041