GEMEENTE BREDA Bijlagen 1955 no. 560 5 October 1955 V/18182 Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het definitief vaststellen van de vergoeding, be doeld in artikel 101 bis der lager onderwijswet 1920 over het jaar 1953. AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA. Krachtens het bepaalde in artikel 101 bis, 4e lid der lager onderwijswet 1920 vergoedt do gemeenteindien zij geen openbare scholen voor v.g.l.o. en u.l.o. in stand houdt, aan dc besturen van gelijksoortige bijzondere scholen de beloningen van aan die scholen verbonden vakonderwijzers, tenzij Uw Raad van oordeel is, dat de kosten zonder noodzaak zijn gemaakt of hoger zijn dan noodzakelijk is. In dat geval wordt de vergoeding geheel of gedeeltelijk afgewezen. Op grond van het bepaalde in het 5e lid van genoemd artikel zijn door Uw Raad aan de in hot concept-besluit genoemde schoolbesturen voorschotten verleend, aange zien er blijkens de in 1953 door de inspecteur van het lager onderwijs uitgebrachte- adviezen, geen reden was om aan te nemen, dat de kosten buiten noodzaak werden ge- maakt en/of dat het getal aan de vakleerkrachten opgedragen lesuren te hoog was. Dc vakleerkrachten zijn bezoldigd overeenkomstig dc normen vastgesteld in de door Uw Raad vastgestelde bezoldigingsregcling. Dc op de vergoedingen betrekking hebbende salariskwitantics zijn door ons onder zocht en accoord bevonden, weshalve wij U voorstellen over te gaan tot het definitief vaststellen van de vergoedingen, bedoeld in artikel 101 bis van de lager onderwijswet 1920 ten behoeve van dc op bijgaand concept-besluit vermelde scholen Burgemeester en Wethouders van Breda, A.P. Romsora -loco-burgemeester. Van Woensel secretaris. Ligt ter visie in de raadzaal. Volgno. 11c der agenda RNo2

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1955 | | pagina 1042