GEMEENTE BREDA
Volgno. 17 der agenda
Bijlagen 1955
no567
8 October 1955
1/12475
Praeadvies van Burgemeester en Wethouders met
betrekking tot de subsidiëring van een Zuide
lijk Beroepstoneelgezelschap.
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
Hierbij mogen wij U ter kennisneming aanbieden afschriften van een tweetal brie
ven van de Stichting "Het Zuidelijk Toneel", in oprichting te Eindhoven, De ontwerp
statuten der Stichting liggen voor Uw College ter visie.
Zoals U uit een en ander duidelijk zal worden vraagt het bestuur dezer Stichting
van de gemeente Breda voor het jaar 1956 een subsidie van 5209,- als bijdrage in de-
aanloopkosten, welke tot 1 September 1956, datum, waarop men hoopt met toneelvoorstel
lingen te kunnen starten, in totaal een bedrag van 56.500,- zullen vergen. Van dit
bedrag wordt door het provinciaal bestuur beschikbaar gesteld 15.665,- terwijl van
elk der vier grotere gemeenten Breda, Eindhoven, s-Hertogenbosch en Tilburg een bedra
van 5209,- wordt verwacht.
Uit mededelingen in de pers zal U bekend geworden zijn, dat het provinciaal be
stuur de wenselijkheid van de oprichting van dit instituut zeer critisch heeft bezien.
Zien wij het wel, dan heeft de algemene situatie rond de beroepstoneelgezelschappen
in den lande, alsmede de groeiende behoefte aan goed toneel in Brabant zelf bij de in
positieve zin uitgevallen beslissing van het provinciaal bestuur de doorslag gegeven.
Het is immers een bekend feit, dat de beroepstoneelgezelschappen, die alle in
het Westen des lands waren gevestigd, zich een beperking van het aantal podium-beur
ten oplegden, die tot gevolg moest hebben, dat het Hoorden, Oosten en Zuiden des
lands niet meer in voldoende mate konden worden bediend. Het Oosten is er reeds in
geslaagd door het vestigen van een gezelsche.p te Arnhem de toestand te verbeteren.
Over een gezelschap, dat in het noorden zou worden gevestigd, zijn besprekingen g .ande
7oor wat het Zuiden betreft, ligt de hierbij aangeboden aanvrage voor U, waarbij
nog niet definitief schijnt uitgemaakt of Limburg op gelijke basis meedoet, wat ech
ter voor het ogenblik voor Breda niet het belangrijkste lijkt.
De vraag, die voor Uw Raad belangrijk is, is of het voor Breda gewenst is mee
te doen. Het heeft de schijn, dat Breda de laatste plaats uit het Zuiden is, die door
de Westelijke gezelschappen zal worden prijsgegeven. Ligging en traditie werken daar
toe mee. Dat wil echter niet zeggen, dat er niet reeds tekenen aan de wand zijn, die
tot voorzichtigheid manen.
Zowel de verenigingen "Podium" als "Bonus Eventus" hebben reeds deze zomer de
grote moeilijkheden om haar winterprogram te vullen ondervonden (onlangs trad voor
Podium" het Koninklijk Vlaams Toneel op en ook de K.A.B.-kunstkring moest net een