karakter draagt, hetwelk hem (hen) onderscheidt van de overige in dezelfd.e loonklasse
werkzame personen, wordt een vaste of tijdelijke toelage verleend,
3. De toelagen, bedoeld in het eerste en tweede lid, bedragen ten hoogste 2Qr/o van het loon.
Artikel 6.
ast»*
De ^ab^onaetr heeft volgens regelen, welke bij afzonderlijke verordening worden gesteld,
aanspraak op kindertoelage.
Artikel 7.
1Naar door Burgemeester en Wethouders vast te stellen regelen kan aan de werkman, die
blijkens een met goed gevolg afgelegd examen een bekwaamheid heeft verworven, welke
naar hun oordeel in het belang van de dienst is, een vaste diplomatoelage worden toe
gekend
2. De toelage bedraagt voor één examen, als vorenbedoeld, ten hoogste 44,- en voor meer
dere tesamen ten hoogste 88,- per jaar^ zij wordt niet genoten, indien het bezit van
het diploma vereist wordt voor de goede vervulling van de functie van de werkman.
Artikel 8.
Voor het van gemeentewege verstrekte genot van woning, vuur, licht en/of water wordt op
de bezoldiging een korting toegepast, als door Bui'„..omeester en rfethouders in elk bepaald
geval, voor zoveel mogelijk en redelijk in overeenstemming met de regeling dienaangaande
in het bezoldigingsbesluit voor de burgerlijke Rijksambtenaren wordt vastgesteld.
Artikel
De werkman wordt voor de berekening van zijn loon op 26 Juni 1955 of op enig later voor de
vaststelling van deze verordening gelegen tijdstipgeacht een aantal dienstjaren te hebben,
dat gelijk is aan het aantal periodieke verhogingen, dat hij op diezelfde tijdstippen ge
noot.
Artikel 10.
In gevallen, waarin deze verordening niet of niet naar billijkheid voorziet treffen
Burgemeester en Wethouders de nodige voorzieningen.
Artikel 11
1. Deze verordening kan worden aangehaald als Bezoldigingsregeling werklieden 1955 (bij
afkorting B.R.W. 1955) en treedt in werking op 26 Juni 1955.
2. Met ingang van genoemde datum vervalt de Bezoldigingsregeling werklieden 1954»
Vastgesteld in de openbare vergadering van
de Raad der gemeente Breda van
loco-voorzitter.