3. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd een periodieke verhoging of een verhoging als bedoeld in het voorgaande lid niet toe te kennen indien een leidster of hoofd leidster, die voor een verhoging in aanmerking komt, geen voldoende blijken van geschiktheid, ijver of toewijding mocht hebben gegeven. V;n het niet toekennen der verhoging wordt aan de belanghebbende mededeling gedaan. 4. Aan de leidster of hoofdleidster die wegens het behalen van een akte van bekwaam heid als bedoeld in artikel 2, sub 2, of wegens het bereiken van de 21-jarige leef tijd aanspraak heeft op een hoger salaris, wordt de verhoging toegekend met ingang van de eerste dag der maand waarin de akte is behaald of de 21-jarige leeftijd is bereikt Artikel 7. Voor het personeel der openbare scholen voor voorbereidend lager onderwijs worden de rijksvoorschriften ter zake van toekenning van toelagen, tegemoetkomingen en gratifica-j ties aan het onderwijzend personeel bij het lager onderwijs voor zover mogelijk overeenj komstig toegepast. Artikel 8. 1. Deze verordening kan worden aangehaald als "Salarisregeling kleuterleidsters 1955" en treedt in werking op 1 Juli 1955. 2. Met ingang van genoemde datum vervalt de salarisverordening kleuterleidsters 1954. Vastgesteld door de Raad der gemeente Breda in zijn openbare vergadering van loco-voorzitter. secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1955 | | pagina 1117