I
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
GEMEENTE BREDA
Volgno. 5b der agenda
Bijlagen 1955
no600
9 november 1955
1/9665
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
vaststelling van het partieel uitbreidingsplan
in onderdelen "Driesprong".
Voor Uw College is in de raadszaal ter visie gelegd een ontwerp van een parti
eel uitbreidingsplan in onderdelen "Driesprong".
Dit plan heeft betrekking op het gebied, dat omsloten wordt door de Tilburgseweg,de
Oosterhoutseweg, de spoorlijn Breda-Tilburg en de gemeentegrens.
Voor een verdere beschrijving van dit plan mogen wij U verwijzen naar de hier
bij gevoegde toelichting.
Het ontwerp van dit plan heeft vanaf 16 augustus 1955 gedurende de wettelijk
voorgeschreven termijn ter visie ter gemeente-secretarie gelegen. Deze ter-visie
legging is op de gebruikelijke wijze openbaar bekend gemaakt en bovendien afgekon
digd in de dagbladen "De Stem" en "De Bredasche Courant".
Tegen het ontwerp-plan zijn bezwaarschriften ingekomen van:
1A. van Haperen en A.Bastiaansen, Tilburgseweg 65, Breda;
2. P. van Haperen, Tilburgseweg, Breda;
3. de Hoofdingenieur-Directeur van de Rijkswaterstaat in de directie Woord-Brabant.
Ten aanzien van deze bezwaarschriften merken wij het volgende op:
ad 1 De heer A. van Haperen is eigenaar van de percelen kadastraal bekend gemeente Breda,
sectie G nos.459 en 464. In het ontwerp-plan hebben deze percelen de bestemming van
woningbouw en weg-aanleg, zodat aan het bezwaar van adressant, dat zijn bedrijf ver
loren gaat, niet kan worden tegemoet gekomen. Wanneer de gemeente ter realisatie
van het plan overgaat tot aankoop of onteigening van de percelen, zal adressant zijn
schade kunnen stellen.
Bij deze realisatie zal wel kunnen worden tegemoetgekomen aan het verlangen
van adressant dat een gedeelte van de hem nu in eigendom toebehorende grond wordt
bestemd voor de bouw van een garage met schuur met een daarbij behorende toegangs-
R-No:2: weg bij het pand staande op het perceel kadastraal bekend gemeente Breda sectie