Yolgno. 5b der agenda
-2-
G.no.465.
De heer A.Bastiaansen, bewoner van het aan A. van Haperen toebehorende pand
staande op het perceel gemeente Breda, sectie G.no.465, is geen belanghebbende in
de zin der Woningwet, zodat hij in zijn bezwaar niet-ontvankelijk dient te worden
verklaard.
ad 2 De heer P. van Haperen is pachter van het perceel gemeente Breda sectie G.no.459-
Als zodanig is hij niet als belanghebbende in de zin der Woningwet te beschouwen,
zodat ook hij in zijn bezwaar niet-ontvankelijk dient te worden verklaard,
ad 3 De mededeling van adressant dat de nieuwe aansluitingen van Rijksweg 27 op Rijks
weg 63 en de aansluiting op Rijksweg 27 van de nieuw geprojecteerde weg tussen de
Rijksweg 63 en de spoorlijn eerst kunnen worden gerealiseerd, nadat de nog aan te
leggen gedeelten van de Rondweg om Breda en de weg-omlegging om Oosterhout voor
het verkeer zullen zijn opengesteld, betreft een afzonderlijke aangelegenheid,welke
eerst van belang is, wanneer het plan wordt gerealiseerd. Zij kan naar onze mening
niet als een bezwaar worden gezien tegen de vaststelling van dit ontwerp-plan.
Het ontwerp-plan voorziet in een aanzienlijke verbetering van de verkeerssituatie
ter plaatse, echter op zodanige wijze, dat het stedebouwkundig aspect uit aesthe-
tisch oogpunt nog aanvaardbaar is te achten; met deze opzet is het nog mogelijk door
middel van omringende bouwmassa's het ontworpen verkeersplein voldoende ruimtelijk
te bepalen.
Indien echter door de toekomstige bebouwing een rooilijn, overeenkomstig het
voorstel van Rijkswaterstaat, zou moeten worden in acht genomen, vrezen wij, dat de
verkeersruimte een dusdanige ondefinieerbare vorm zal verkrijgen, dat de grens van.
het aesthetisch toelaatbare verre zal worden overschreden. Het komt ons daarom voor,
dat de door adressant beoogde verbetering van de uitzichthoek bij de samenkomst van
de Oosterhoutse en de Tilburgseweg niet opweegt tegen het verlies in aesthetisch op
zicht, dat deze wijziging met zich brengt. Overigens laat het ontwerp-plan een zoda-'
nige verschuiving van de wegassen toe, dat de grootte van de door adressant beoogde
uitzichthoek zeer dicht wordt benaderd.
In aanmerking genomen, dat het verkeerspunt geheel binnen de bebouwing is ge
legen, menen wij, dat een uitzichthoek van 40 x 80 m, zoals op de voor U ter visie
gelegde tekening no.15573A is aangegeven aanvaardbaar is.
Tegen de door adressant voorgestelde wijziging van de aansluiting op de Oos-
terhoutseweg van de nieuwe weg tussen de Tilburgseweg en de Spoorlijn behoeft geen
bezwaar te bestaan. Deze verlegging van de wegas, alsmede die van de as van de
Tilburgseweg kan bij de realisatie van het plan geschieden op grond van de door U
gewoonlijk te geven machtiging aan ons college, welke wij ook thans voorstellen.
Wij menen daarom, dat het bezwaarschrift van adressant geen aanleiding geeft
het ontwerp-plan gewijzigd vast te stellen.