GEMEENTE BREDA Voleno. 15 der agenda Bijlagen 1955 no, 618 9 november 1955 V/20388 Voorstel van Burgemeester en Wethouders inzake de instandhouding van de openbare lagere school Vian- denlaan 1 AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA. Ingevolge het bepaalde in artikel 22 bis, sub 1, der lager onderwijswet 1920 moet de raad van een gemeente tussen de 50.000 en 100.000 inwoners tot opheffing van een openbare g.l.o.-school besluiten, indien het aantal leerlingen, berekend naar de maatstaf van art. 28, minder bedraagt dan 100. De openbare lagere school aan de Viandenlaan telde over het jaar 1955 volgens evenge- noemde maatstaf 92 leerlingen (16 januari 1955: 98, 16 mei 1955s 87 en 16 september 1955 91Het aantal leerlingen van deze school is dus beneden het getal 100 gedaald. Het 2e lid van artikel 22bis bepaalt evenwel, dat het 1e lid van dit artikel voor een termijn van drie jaren niet van toepassing is, indien ingevolge art. 19 de instand houding van de school wordt gevorderd. Uw College dient vóór 1 februari a.s. te beslissen of dit geval zich voordoet Volgens het 1e lid van art. 19 moet in elke gemeente voldoende lager onderwijs worden gegeven in een genoegzaam aantal scholen, welke voor alle kinderen zender onderscheid van godsdienstige gezindheid toegankelijk zijn. Sr zijn naar onze mening gegronde redenen voor de opvatting, dat bij een eventuele opheffing van de school Viandenlaan in deze gemeente geen voldoend lager onderwijs wordt gegeven in een genoegzaam aantal scholen, nis voornaamste reden kan worden aangevoerd, dat vele ouders, bij de opheffing der school, zullen worden weerhouden hun kinderen door het drukke stadsverkeer een der tviee andere openbare lagere scholen te doen bezoeken. Daarbij komt, dat voor de meeste kinderen geen beroep cp artikel 13 der wet kan worden ge daan voor het verkrijgen van een tegemoetkoming in de vervoerskosten. Van de 91 leerlin gen wonen slechts 18 leerlingen op meer dan 4 km. afstand van de dichtstbijzijnde der overige openbare lagere scholen. Gesteld kan derhalve worden, dat de twee overblijvende openbare lagere scholen, bij opheffing van de school Viandenlaan, niet kunnen geacht worden te voorzien in voldoend openbaar lager onderwijs. Hierbij kan nog worden opgemerkt, dat verwacht wordt, dat, indien het uitbreidings plan "Ginneken 1954" verwezenlijkt gaat .worden, het leerlingenaantal van de school zal toe nemen Hen besluit van Uw College, inhoudende dat de instandhouding der school Viandenlaan ingevolge artikel 19 der wet wordt gevorderd, is aan de goedkeuring van Gedeputeerde Sta ten onderwerpen. Van het besluit van Gedeputeerde Staten, dat inhoudt, dat naar hun oor deel de instandhouding van de school al dan niet ingevolge artikel 19 wordt gevorderd, staat voor Uw College en elk zijner leden beroep open op de Kroon. Op grond van het bovenstaande stellen wij Uw College voor te besluiten, dat de instand houding van de openbare lagere school Viandenlaan, ingevolge artikel 19 der l.c.-wet wordt gevorderd, door vaststelling van bijgaand ontwerp-besluit. RNo2Burgemeester en Wethouders van Breda, De Secretaris, De Burgemeester,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1955 | | pagina 1169