11 1g51
Volgno. 1
Volgno. 7
Volgno. 11
deze woningen in de exploitatie-opzet conform aan normale woningen te doen
behandelen.
Zo wordt op deze woningen afgeschreven;welk percentage wordt daarvoor gebruikt.
Zijn Burgemeester en Wethouders niet van oordeel, dat deze woningen op het mo
ment van aankoop totaal afgeschreven zouden moeten worden t.l.v. een sanerings
fonds. Indien de huren voor deze woningen ongewijzigd zijn gebleven, bedragen
zij een zeer hoog percentage van de aankoopwaarde, Reeds destijds werden hier
over in de Raad bemerkingen gemaakt.
Wat hebben Burgemeester en Wethouders hieraan gedaan of wat denken zij daaraan
te gaan doen?
Indien de aankoopwaarde t.l.v, het saneringsfonds wordt gebracht dienen ook de
baten eventueel aan dit fonds ten goede te komen. Dat het beheer over deze wo
ningen wordt toevertrouwd aan het woningbedrijf als zijnde de daarvoor meest
geëigende instantie, ontmoet bij deze leden geen bezwaar. De kosten voortvloei
ende uit deze bemoeiingen zullen eveneens t.l.v. het saneringsfonds dienen te
komen. Teneinde toch een inzicht te kunnen behouden in de exploitatie van deze
woningen zou met een extra comptabele administratie kunnen worden volstaan.
Indien Burgemeester en Wethouders van oordeel zouden zijn, dat een huur-verla-
ging van de krotwoningen niet gewenst zou zijn met het oog op het nog grotere
huurverschil hetwelk zou ontstaan bij overgang naar een nieuwe woning en de huur
een te hoog percentage vormt van de aankoopwaarde, zijn zij dan bereid dit ver
schil te reserveren en aan te wenden om te zijner tijd de overgang van de krot
woning naar de nieuwbouwwoning voor de betrokkene te vergemakkelijken, zulks
o.m. met het oog op het inrichten en meubileren van de nieuwe woning.
Kan afbraak van deze krotwoningen worden versneld?
Inve s teringen
Volgens de cijfers uit de begrotingen waren de in totaal geïnvesteerde bedra
gen per de daarvoor vermelde data als volgt;
Per 1 Januari 1950
m M 1952
fi 953
1954
1955
1956
Uit deze cijfers blijkt vanaf 1954 een zeer duidelijke teruggang in investeringen.
Zouden Burgemeester en Wethouders willen opgeven wat daarvan de oorzaken zijn.
Betekent dit een teruggang in de woningbouw dan wel een verschuiving van de
overheidssector naar de particuliere sector.
1 .940.470,11
17.459.166,90
20.433.582,-
22.838.366,12
27.064.524,31
34.771.816,78
36.285.034,85
Baten.
Volgno. 1 Volgens de toelichting op deze post is de raming nu aanzienlijk hoger in ver
band met de volledig in de administratie opgenomen nieuwbouwcomplexen. Enkele
leden bevreemdt het toch, dat deze post met ruim 550.000,- wordt verhoogd.
Waar waren deze inkomsten in de vorige begroting geraamd? De uitbreiding van
het woningbezit wettigt op het eerste gezicht deze toename niet.
Volgno. 1- Gezien de geraamde inkomsten voor 1956 en gezien de ramingen over 1955 en 1954
7 en 11 en in diezelfde jaren vastgestelde rekeningen, is een lid de mening toegedaan,
dat de raming voor 1956 aan de lage kant is.
Willen Burgemeester en Wethouders mededelen, welke redenen hiertoe hebben ge
leid?
Raming 1954
251.055,-
778.238,-
754.573,-
Vastgestelde rekening 1954
343.614,47
'2.919.241,39
2.337.847,83
Raming 1 956
901.075,-
841.340,-
460.480,-