-13- voor autoverkeer af te sluiten. De wandelaars en winkelende burgers ondervinden veel hinder, terwijl ook het autorijden in de stad geen pretje is. Is het ter bevordering van de verkeersveiligheid op de Wilhelminasingel niet raad zaam het vrijwel nooit gebruikte wandelpad aan de waterzijde van de singel aan te wenden als fietspad richting Diaconessenhuis? In verband met het steeds groter wordend aantal ongelukken, wordt het voorts van belang geacht,dat de gemeente zorgt voor meer veilige oversteekplaatsen, de zgn. zebra-overgangen. Volgno. 170 In de Memorie van Antwoord 1955 wordt gesteld, dat omtrent de vraag of Breda moet beschikken over een full-time H.B.B, beslist dient te worden door de Kring- raad, alsmede dat deze vraag aan de A-Kring Breda is voorgelegd. Gezien het feit, dat Breda in het komende begrotings-jaar het aantal van 100.000 inwoners zal overschrijden, stellen meerdere leden er prijs op te vernemen of de onder havige materie in de Kringsraad ter discussie is geweest en zo ja, welke con clusie hieruit is geresulteerd. Hoewel de totstandkoming van een zgn. A-kring B.B. volkomen begrijpelijk en verklaarbaar is, is het meerdere leden toch nog niet geheel duidelijk om welke redenen deze post voor het komende jaar met 25.510,- verhoogd moet worden. Samenwerking en coördinatie dient toch te leiden tot efficiënter methoden. Gaarne wordt een meer gedetailleerde opgave van de uitgaven voor Breda tege moet gezien. Hoofdstuk IV. Algemene Beschouwingen. In de Memorie van Antwoord 1955 wordt door Burgemeester en Wethouders te kennen gegeven, dat zowel om organisatorische als om financiële redenen een overheve ling van een deel der werkzaamheden van de Gemeentelijke Geneeskundige en Ge zondheidsdienst naar de Gemeentelijke Dienst voor Sociale Zaken gewenst leek. Nieuwbouw bij Sociale Zaken en reorganisatie in de topleiding bij de Gemeente lijke Geneeskundige en Gezondheidsdienst waren aanleiding, dat aan deze wense lijkheid nog geen concrete uitvoering kon worden gegeven. Nu beide feiten inmiddels (zij het recent) hun beslag hebben gekregen, wil het meerdere leden voorkomen, dat niets meer in de weg staat deze aangelegenheid in de loop van hut jaar 1956 te verwezenlijken. Gaarne zullen zij hierover nader worden ingelicht. Opnieuw zien meerdere leden zich genoodzaakt tc informeren naar het standpunt van Burgemeester en Wethouders ten aanzien van het treffen van voorzieningen ten einde te bevorderen, dat de douchecellen in de woningwetwoningen, welke het ei gendon van de gemeente zijn, de voor hen geëigende bestemming krijgen. Opmerkelijk is, dat de bouwverenigingen er in het algemeen met succes naar streven deze cellen compleet ingericht ter beschikking te stellen. Meerdere malen is de o.i. onjuiste opmerking gemaakt, dat het particulier ini tiatief blijkbaar achterblijft om in de beweerde behoefte te voorzien. Het wil deze leden voorkomen, dat indien de huiseigenaar (i.e. de gemeente) in de douche cellen van haar woningen de aan- en afvoerleidingen liet aanbrengen, zeer vele bewoners tot verdere inrichting zouden besluiten, waarvan zij thans weerhouden worden wegens de vrij hoge extra kosten welke voor deze aanleg (die zij boven dien nimmer in eigendon verkrijgen en bij verhuizing zonder schadeloosstelling moeten achterlaten) zijn verschuldigd. Tevens zal het op prijs worden gesteld het aantal woningwetwoningen in gemeen telijk beheer te vernemen, waarin de douchecel niet als zodanig is ingericht. Andere leden vragen of Burgemeester en Wethouders niet van oordeel zijn, dat voor een stad met bijna 100.000 inwoners de bestaande badgelegenheid meer dan onvol doende is. Dat voor de beoordeling van het al of niet juist zijn van boven-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1955 | | pagina 1282