jEMEENTE BREDA Vol<sno- Bijlagen 1955 no. 667 7 december 1955 1/17329 Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot onteigening van eigendommen, gelegen aan de Ginnekenstraat, de Karnemelkstraat en de Mar- kendaalseweg, AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA. Op 13 juli j.l. heeft Uw College besloten voorlopig goed te keuren een plan tot onteigening in het belang der volkshuisvesting ten name van de gemeente Breda van gebouwde en ongebouwde eigendommen, gelegen aan de Ginnekenstraat, de Karne melkstraat en de Markendaalseweg. Dit voorlopig goedgekeurde plan heeft vanaf 25 juli 1955 gedurende de wette lijk voorgeschreven termijn van dertig dagen ter visie gelegen ter gemeentesecre tarie. Volgens het bepaalde in artikel 81 der onteigeningswet konden belanghebbenden uiterlijk veertien dagen na verloop van deze termijn hun bezwaren schriftelijk op geven aan het Gemeentebestuur. Op 28 september 1955? derhalve geruime tijd na het verstrijken van de termijn bestemd voor de indiening van bezwaarschriften is er een bezwaarschrift ingekomen van de W/V.Vernis- en Verfwarenfabriek v/h J.tfagemakers en Zonen. Wij menen, dat het voor een goede gang van zaken het beste is, adressante niet om deze reden niet-ontvankelijk te verklaren in haar bezwaar doch het bezwaar schrift als zijnde tijdig ingediend te beschouwen. Ten aanzien van dit bezwaarschrift merken wij dan op, dat de mening van adres sante dat zij had verwacht bij aangetekende brief van het op handen zijnde ontei geningsplan in kennis te worden gesteld, niet is gebaseerd op de onteigeningswet of de woningwet. Immers geen van deze wetten schrijft voor belanghebbenden van een op handen zijnd onteigeningsplan ieder afzonderlijk in kennis te stellen- Wij zijn van oordeel, dat wij in deze niet verder behoeven te gaan dan de wet voorschrijft. adressant3 is eigenaresse van de percelen kadastraal bekend gemeente Breda, sectie A nos 4534 en 3448. Voor de eigenlijke verbreding van de Karnemelkstraat is slechts een klein gedeelte van het perceel A 4534 nodig. Ondanks de bezwaren van adressante tegen de onteigening achten wij opname van beide percelen in het onteigeningsplan noodzakelijk, omdat, indien deze opname niet plaats heeft, geen zekerheid bestaat dat op de hoek Ginnekenstraat - Karne melkstraat en verder langs de verbrede Karnemelkstraat binnen redelijke tijd een bebouwing, welke een stedebouwkundig verantwoorde oplossing geeft, zal tot stand komen Afbraak en nieuwbouw van he t bestaande pand resp.verbouwing van dit pand kan afgezien van aankoop of onteigening, slechts bij minnelijke overeenstemming met de eigenaresse bereikt worden. Hierover kunnen uiteraard wel onderhandelingen worden gevoerd, doch als deze niet tot overeenstemming leiden moet de gemeente de mogelijl R.No:2: heid behouden om langs andere weg een hoekbebouwing te verkrijgen, welke aan hoge stedebouwkundige eisen voldoet.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1955 | | pagina 1304