GEMEENTE BREDA Volgno. 16 der agenda
Bijlagen 1955
no687
7 december 1955
V/22348
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het
verstrekken van voorschotten op de gemeentelijke
vergoeding, bedoeld in artikel 101 bis, 4e lid
der lager onderwijswet 1920 over het jaar 1955
aan enige besturen van bijzondere v.g.l.o. en
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA. u.l.o.-scholen.
Krachtens het bepaalde in artikel 101 bis 4e lid der lager onderwijswet 1920
vergoedt de gemeente indien zij geen openbare school voor voortgezet gewoon of
uitgebreid lager onderwijs in stand houdt aan de besturen van de in deze gemeente
gevestigde gelijksoortige bijzondere scholen de beleningen van de aan die scholen
verbonden vakleerkrachten.
Bij iedere aanvrage zal moeten worden beoordeeld of de gemaakte kosten zonder
noodzaak zijn gemaakt of hoger zijn dan noodzakelijk is.
Op de onderhavige vergoeding kunnen op verzoek van de desbetreffende school
besturen voorschotten worden verleend. Blijkens dc terzake geldende jurisprudentie
bestaat daartoe alleen aanleiding indien te verwachten is, dat de te maken kosten
niet zonder noodzaak zullen worden gemaakt en niet hoger zullen zijn dan noodzake
lijk is. Bij de beoordeling daarvan is derhalve na te gaan of de indienstneming
van de vakleerkrachten)noodzakelijk is, of het getal opgedragen lesuren niet te
hoog is en of de bezoldiging niet uitgaat boven die, welke dezelfde leerkrachten
zouden genieten indien zij in dienst van de gemeente waren.
Aan een aantal besturen van alhier gevestigde bijzondere scholen voor ulo
en vglo zijn aanvragen om voorschotten voor het jaar 1955 ingekomen.
Omtrent de eerste twee factoren heeft de inspecteur van het lager onderwijs
zijn advies uitgebracht de derde factor (bezoldigingsregeling) is bezien in
het licht van de "Verordening tot regeling van de bezoldiging van de vakleerkrach
ten aan de openbare lagere scholen te Breda".
Wij mogen U adviseren op voorliggende verzoeken gunstig te beschikken en over
te gaan tot het toekennen van de navolgende voorschotten.
R.No:2: