Volgno. 29 der agenda ~2- 3. ills gevolg van de -uitbreidingen en de daarmede verband houden de hogere leningsschuld van het bedrijf' kan de rente per ver kochte m3 gas voor 1955 gesteld worden op 0.397 ct, tegen 0.347 ct in 1954; verschil 0.050 ct 4. De afschrijving zal stijgen van 1.048 ct in 1954 tot 1.150 ct in 1955; verschil 0.102 ct Totaal van de belangrijkste stijgingen 0.602 ct 5. Het vervallen van de omzetbelasting betekent een vermindering van de kostprijs van het gas van 0.604 ct Zodat uiteindelijk de kostprijs nagenoeg gelijk gebleven is. - 0.002 ct b.olektriciteitstarioven kleinverbruik 1De roductiebijdrage voor het primair verbruik wordt door de P.N.E.M. met ingang van 1 januari 1955 niet meer verleend. Het vervallen van deze reductie betekent een verhoging van de kostprijs van 0.747 ct per kwh 2. De salarissen en lonen zijn per kwh geleverde stroom geste gen van 0.709 ct in 1954 tot 0.783 ct in 1955; verschil 0.074 ct 3. De stijging van de rentelast betekent een verhoging van de kostprijs van 0.259 ct 4. De meerdere kosten wegens afschrijving veroorzaakt een ver hoging van 0.286 ct Totaal van de belangrijkste stijgingen 1 .366 ct per kwh 5. De mindere last welke op het bedrijf drukt door het verval len van de omzetbelasting bedraagt omgerekend per kwh 1.057 ct 6. Van de verminderde ihkoopkosten kan nog aan de klein verbruikers worden toegerekend 0.088 ct 1 145 ct zodat ook de kostprijs van het kleinverbruik bij de elek triciteit een stijging vertoont,en wel van 0.221 ct per kwh Daar dus enerzijds ter voldoening aan het wettelijk voorschrift besloten moet worden de verminderde omzetbelasting in de vorm van tariefsverlaging aan de ver bruikers toe te wijzen, anderzijds is, zoals hierboven is aangetoond een verlaging der tarieven niet verantwoord. Wij stellen U daarom voor om met ingang van de verbruiksporiode september 1955 voor de kleinverbruikers de gastarieven met 0.6 ct per m3 en de elektriciteitstarie ven met 1.2 ct per kwh te verlagen en met ingang van dezelfde datum tot een gelijke tariefsverhoging te besluiten. Hoewel en met name geldt dit voor de gastarieven. een verhoging van de tarieven over de gehele lijn op dit ogenblik nodig is, willen wij de ontwikkeling van prij zen en kosten nog enige tijd aanzien. Het advies van de commissie nutsbedrijven zal U nog worden medegedeeld. Burgemeester en Wethouders van Breda, G.Kortmann burgemeester. Van Woensel secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1955 | | pagina 1383