GEMEENTE BREDA
Bij volgno. 40 der agenda
Toelichting op de aankoop van het pand Heusdenhout-
sestraat 142 van M. van der Linden en tot uit de
pachtneming van een bij hem in pacht zijnd aangren
zend perceel.
Met de heer van der Linden is overeenstemming bereikt over een bedrag van
S* 20.000»- aldus samengesteld:
waarde van-het perceel A 1432 met opstallen, groot 4.60 aren 14.500,-
verhuiskosten 500,-
Totale vergoeding voor perceel A 1432 15.000,-
Voor de voortijdige uit de pachtneming van het perceel A 1433, hat in gebruik
is als tuinland (aardbeien, asperges, rabarber, frambozen en bessen) heeft de Cen
trale Commissie voor de onteigeningsvergoedingen te Rotterdam de aan de pachter
toekomende vergoedingen als volgt berekend:
waarde van de houtopstand en de beplanting 823,-
jaarlijkse vergoeding wegens inkomensschade geschat op ƒ.4.500,- per
h.a. of voor 1.15.30 h.a. ƒ.5189,
Dit bedrag dient verminderd te worden met 800,- per h.a. voor
vrijkomende arbeid of voor 1.15.30 h.a. met 923»- "n met 4
rente van de vergoeding voor de houtopstand ad 823,- ƒ.33,-
Totale aftrek: 923,- 33,- 956,-
Blijft te vergoeden 4.233,-
per jaar.
Volgens de bepalingen van het pachtcontract van 9 juni 1954, goedgekeurd door de
Grondkamer op 16 juli 1954 onder no. 61293 loopt de pacht tot 10 november 1956,
zodat de heer van der Linden recht heeft op een jaar vergoeding. Voor houtopstand
en inkomensschade bedraagt de vergoeding dus 823,- 4.233»- 5.056,- of
afgerond 5.000,-.
Totale vergoeding dus 15.000,- 5.000,- 20.000,-.
De heer V.d.Linden kan buiten Breda een groentezaak kopen en verzoekt in verband
daarmede deze aankoop en uit de pachtneming zo spoedig mogelijk af te wikkelen.