GEMEENTE BREDA
Toelichting behorende bij het voorstel van
Burgemeester en Wethouders tot het toekennen
van een schadevergoeding aan A.F.v.d.Linden
wegens voortijdige uit de pachtneming van gron
den gelegen in het Brabantpark.
Het perceel G no. 291, groot 2.35.60 h.a. is, met andere, op 31 Juli 1952, aan
gekocht van de familie Laurijssen. (Raadsbesluit d.d. 29 April 1952, goedgekeurd
door Gedeputeerde Staten 30 Juli 1952, G. no. 33243).
Be grond is bij pachtcontract d.d. 14 September 1951, goedgekeurd door de Grond
kamer voor Woord Brabant op 9 November 1951, no. 42438, m.i.v. 11 November 1951 voor
o.e tijd van 6 jaren aan v.d.Linden verpacht.
Met dit perceel dient derhalve rekening te worden gehouden met de opbrengst van
3 oogstjaren.
Het perceel is beplant met 50 are aardbeien; 20 are frambozen; 10 are
W zwarte bessen. De overige grond, of 1.55.60 h.a., is in gebruik voor grove tuin
bouw, o.a. suikerbieten, spruiten en als wisselgrond voer fijne tuinbouwgewasscn. R.
netto-opbrengst van deze grond kan worden geschat op 1.400,- per h.a. per jaar.
De vergoeding per jaar is 2.35.60 x 1.400,- 3.298,40.
Vermenigvuldigd met de factor 2.8 (3 jaar 3"g7J) wordt de totale vergoeding voor
dit perceel 9.235,52.
Het perceel Ginneken, sectie A no. 1643, groot 1.66.90 h.a. is met andere op
20 Mei 1954 aangekocht van A.v.d.Linden Sr. (Raadsbesluit d.d. 16 December 1953,
goedgekeurd door Gedeputeerde Staten 19 Hei 1954, G. no. 75271).
grond is bij pachtcontract d.d. 4 April 1944, goedgekeurd door de Grondkamer
°P 18 Augustus 1944 no. 6669, m.i.v. 4 April 1944 voor de tijd van 12 jaren aan
v.d.Linden verpacht.
Met dit perceel dient derhalve rekening te worden gehouden met de opbrengst
van 1 oogstjaar. (De pacht van de grond eindigt 11 November 1955).