Bij volgnr 26a der agenda
-2-
De Centrale Commissie heeft de vergoeding voor dit perceel geschat op
1.600,- per h.a. per jaar.
De vergoeding per jaar wordt derhalve 1.66.90 x 1.600,- 2.670,40.
Vermenigvuldigd met de factor 0.965 (1 jaar 3t/j) wordt de totale vergoeding voor
dit perceel 2.576,94.
Het perceel A 1642 is geen gebruiksgrond met tuinbouwgewassen. Het is bebouwd
met een woning - stal, schuren en verdere bedrijfsgebouwtjes.
Voor dit perceel waarvan blijkens voornoemd contract (A 1643) de pacht
eindigt op 1 Mei 1956, behoeft geen vergoeding te worden bepaald. Tot genoemd
tijdstip mag A.v.d.Linden Sr in dit pand blijven wonen.
Perceel D no. 6440 is op 15 October 1948 aangekocht van de Weduwe M. Huijbregts
Mol. (Raadsbesluit d.d. 14 Juli 1948, goedgekeurd door Gedeputeerde Staten 29 Sep
tember 1948, G. no. 663).
De grond is bij pachtcontract d.d. 30 November 1947, goedgekeurd door de Grond
kamer op 5 Maart 1948, no. 22125, m.i.v. 11 November 1947 voor de tijd van 12 jaren
aan v.d.Linden verpacht.
Het perceel is beplant met 22 are aardbeien; 7 are rode en zwarte bessen.
De overige grond, of 0.98.40 h.a., is in gebruik voor grove tuinbouw en als
wisselgrond voor fijne tuinbouwproducten.
De netto-opbrengst van dit perceel kan worden geschatcp 1.400,- per h.a. per
jaar.
De vergoeding per jaar is 1.27.40 x 1.400,- 1.783,60.
Vermenigvuldigd met de factor 4.52 (5 jaar wordt de totale vergoeding voor
dit perceel 8.061,87.
De totale vergoeding voor de uit de pacht te nemen grond wordt 9.235,52
2.576,94 8.061,87 19.874,33 of afgerond 19.800,-.
Voorts zal de mkomsteribelastingschade, welke het rechtstreeks gevolg is van
deze uit de pachtneming door de gemeente moeten worden vergoed.
v.d.Linden is gehuwd en heeft 6 kinderen beneden de leeftijd van 17 jaar. Hij
is thans niet aangeslagen in de inkomstenbelasting.
Het bedrag van de belastingschade kan globaal worden geschat op 2.500,-.