GEMEENTE BREDA dij volgnr 26b der agenda Toelichting behorende bij het voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het toekennen van een schadevergoeding aan M.van Loenhout wegens voortijdige uit de pachtneming van gronden gelegen in de Krogten. Uit het door Commissie voor de Onteigeningsvergoedingen uitgebrachte rapport ontlenen wij het volgende. De uit de pacht te nemen percelen bestaan voor 8.74.05 h.a. uit weiland, voor 7.15.90 h.a. uit bouwland, voor 0.50.20. h.a. uit hakhout, voor 1.07.60 h.a. uit weg, waarlangs eiken en voor 0.35.00 h.a. uit onland. Naast deze percelen heeft de pachter nog in pacht 6.36.85 h.a. grond, ge legen in de Krogten, welke niet door de gemeente is aangekocht. Deze grond is grotendeels opgespoten en zanderig. De pacht voor de uit de pacht te nemen percelen loopt tot 11 November 1963 en is voor 12 jaren aangegaan. De pachtsom bedraagt totaal 1.900,- per jaar. De pachter heeft voorts nog ca. 3 h.a. weiland, gelegen in de Haagsche beemden in eigendom en ongeveer 1-f h.a. weiland, gelegen in de ^ttensche beemden. Deze percelen heeft hij verpacht. Hij oefent op de uit te pacht te nemen en de overblijvende percelen een land bouw- en veeteeltbedrijf uit. De levende inventaris bestaat uit: 20 koeien, 18 stuks jongvee, 1 stier, 2 paarden, 1 veulen, 3 varkens en 50 kippen. De pachter heeft recht op vergoeding van de schade, die hij zal lijden wan neer na de tot standkoming van de aankoop de pachtovereenkomst mocht worden ont bonden Verwacht wordt, dat de pachter in de toekomst de door hem gepachte, niet aangekochte percelen, niet zal kunnen blijven exploiteren, aangezien de op deze terreinen te behalen opbrengst, reeds thans practisch te verwaarlozen is. Dit in aanmerking nemende wordt de schadevergoeding voor de pachter berekend over een oppervlakte van 17.82.75 h.a. en 6.36.85 h.a. of 24.19.60 h.a... De op deze percelen te behalen netto-winst die de pachter door de aankoop zal moeten derven, wordt, in aanmerking nemende, dat van de aangekochte percelen sommige gedeelten weiland vrij laag gelegen zijn en dat de niet aan te kopen ter reinen van slechte kwaliteit zijn, geschat op jaarlijks totaal 6.200,-. Dit bedrag dient echter nog verminderd te worden met de rente, die de pachter jaar lijks zal kunnen maken van het kapitaal, dat vrij zal komen door de tengevolge van deze aankoop noodzakelijk geworden verkoop van de dode en levende inventaris, d.i. *y/o over 20.000,- of 1009,- Transporteren 1000,- 6.200,-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1955 | | pagina 191