GEMEENTE BREDA
IC
Bij volgnr 29 der agenda
Verantwoording van Burgemeester en Wethouders
der gemeente Breda ingevolge artikel 256,
eerste lid, der gemeentewet betreffende de
rekening van ontvangsten en uitgaven over
het dienstjaar 1955 -
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
ContrSle.
De gemeenterekening 1953 is als sluitstuk op de boekhouding van de gemeente-ont
vanger gecontroleerd door het accountantskantoor J.L. Ie Clercq te Roosendaal. Wij
mogen Uw Raad verwijzen naar het bij de rekening overgelegde rapport van genoemde ac
countant d.d. 7 Januari 1955 en daarbij nog enkele toelichtingen geven.
Resultaat van de gewone dienst.
Blijkens de overgelegde gemeenterekening 1953 bedraagt het bruto batig slot van de
gewone dienst 328.912.30.
Ingevolge artikel 43a der Rekeningsvoorschriften moet het saldo van de gewone
dienst, vermeerderd met de nog te verwachten inkomsten en verminderd met de nog te ver
wachten uitgaven worden overgebracht naar Hoofdstuk I van de kapitaaldienst van het
volgende dienstjaar.
De berekening van dit over te brengen saldo geschiedt als volgt:
bruto batig slot 528.912.30
nog te verwachten inkomsten 348.559.52
nog te verwachten uitgaven
zodat naar Hoofdstuk I van de kapitaaldienst 1954 is over te brengen
677.471.82
174.295.43
503.176.39
De oorspronkelijke begroting 1953 sloot met een nadelig slot van 827.589.-,
waarvoor een subjectieve verhoging van de algemene uitkering uit het gemeentefonds was
geraamd
Voor een juiste vergelijking van de resultaten van deze dienst met het oorspronke
lijk geraamde nadelig saldo moet echter worden uitgegaan van het netto resultaat van de
dienst, zodat de rekening gezuiverd moet worden van alle inkomsten en uitgaven, welke
in feite niet tot deze dienst behoren en dus verantwoord zijn op Hoofdstuk I "vroegere
diensten".
Het netto resultaat kan dan worden berekend als volgt:
RNo2