Bij volgnr 29 der agenda
-6-
Deze teruggang van het batig saldo houdt verband met de wijziging in de financi'ële
verhouding tussen het Rijk en de gemeenten. Immers ingaande 1955 ontving de gemeente op
dit hoofdstuk geen compensatie meer wegens derving der ondernemingsbelasting, welke op
de oorspronkelijke begroting was geraamd op 1.566.150.-. Deze ondernemingsbelasting
is wel de hoofd-grondslag voor de nieuwe belasting-uitkering geworden welke op Hoofd
stuk XI 2 verantwoord moet worden. Aan de gemeente werden toegekend de hoofdsommen der
grondbelasting en personele belasting.
Op dit hoofdstuk verviel derhalve wegens compensatie derving
ondernemingsbelasting 1 566.150.-
en werd verantwoord wegens hoofdsom grondbelasting 200.850.-
hoofdsom personele belasting 189.550.-
590.580.-
zodat hierdoor het batig saldo lager wordt 1.175.770.-
Dat het batig saldo in werkelijkheid slechts 592.216.- lager is, komt door de
verantwoording van de nagekomen ondernemingsbelasting over vroegere dienstjaren ten be
drage van 586.020.- welke o.i. in feite op Hoofdstuk I "vroegere diensten" thuis be
hoort» doch de rekeningsvoorschriften schrijven de gevolgde methode van verantwoording
voor.
Hoofdstuk XI 2.
Op dit hoofdstuk was geraamd wegens algemene uitkering 1.780.690.-
belasting-uitkering 457.400.-
2.218.090.-
subjectieve verhoging der algemene uitkering 827.589.-
Er werd ontvangen ingevolge de nieuwe wet financi'ële
verhouding wegens:
algemene uitkering 2.545.221.-
belasting uitkering 1.255.510.-
5.045.679.-
5.578.551.-
zodat er een voordelig verschil ontstaat van 552.852.-
Aangezien wegens vroegere dienstjaren nog is verantwoord:
in inkomst ƒ61.405.-
in uitgaaf 10.575-
50.850.-
wordt het batig saldo op dit hoofdstuk 585.682.-
hoger dan de oorspronkelijke raming.
Hoofdstuk XII.
Het werkelijke batige saldo bedraagt 112.268.-
terwijl is geraamd een nadelig saldo van 4.575.-
zodat er een voordelig verschil is ontstaan van 116.645.-
Dit voordelig verschil is uitsluitend ontstaan door de rente en provisie van kas
geld, welke oorspronkelijk geraamd is op 500.000.-» maar waarvoor de uitgaven slechts
99.850.- hebben bedragen. Daartegenover was voor rente van tijdelijk belegd kasgeld
295.625.- geraamd en is 212.807.- ontvangen.