Bij volgno.6 der agenda -4- Artikel 15. 1Aan een kleuterschool is naast de hoofdleidster tenminste één leidster ver bonden, zodra het aantal kinderen 41 bedraagt. Voor elk veertigtal kinderen boven de 41 wordt een leidster meer vereist. 2. Bij de toepassing van het voorgaande lid wordt tot grondslag genomen het gemiddelde aantal kinderen, dat op 16 Januari, 16 Mei en 16 September van het onmiddelüjk voorafgaande kalenderjaar als werkelijk schoolgaand bekend, stond. 3. Voor het jaar der opening van een nieuw opgerichte school geldt het aantal kinderen dat op de eerste dag der tweede maand volgende op die, waarin de school is geopend, als werkelijk schoolgaande bekend staat en voor het daarop volgende jaar het gemiddelde van de tellingen op de in dit lid bedoelde datum en de daarna in het jaar der opening vallende tijdstippen, vermeld in het vorige lid. Artikel 16 '■ïenzij het schoolbestuur hiertegen principiële bezwaar heeft, wordt de school aangesloten bij de gemeentelijke schoolartsendienst. Artikel 17. Voor het bezoeken van een school wordt een schoolgeld geheven. Het schoolbestuur stelt een schoolgeldregeling vast, onderwerpt deze aan de goedkeuring van Burgemeester en Wethouders en int de schoolgelden. Artikel 18. 1Het in artikel 2 bedoelde subsidie bedraagt 60,- per jaar voor iedere leer ling, wiens ouders, voogden of verzorgers in de gemeente Breda woonplaats hebben Artikel 19. 1Voor leerlingen wier ouders, voogden of verzorgers niet in de gemeente Breda woonplaats hebben wordt subsidie verleend mits: a. de woongemeente dier leerlingen ook subsidie verleent voor de leerlingen die de aldaar gevestigde kleuterscholen bezoeken en woonplaats hebben in de ge meente Breda 5 b. het uit te keren subsidie-bedrag aan de woongemeente in rekening kan worden gebracht 2. a. Het subsidie voor de in het vorige lid bedoelde leerlingen bedraagt per leer ling een gelijk bedrag als door de w 'ongemeente ten behoeve van de leerlingen dar in haar gemeente gevestigde kleuterscholen wordt beschikbaar gesteld tot een maximum van het in artikel 18 genoemde bedrag; b. indien in de woongemeente geen of niet-gesubsidiëerde kleuterscholen zijn ge vestigd, bedraagt het subsidie voor de uit die gemeente afkomstige leerling maximum 60,- per jaar en mits voldaan wordt aan het gestelde in dit artikel onder 1 b. Artikel 20. Voor de toepassing van de artikelen 18 en 19 geldt als woonplaats de gemeente waar de ouders, voogden of verzorgers op 16 Januari van het jaar, waarvoor het sub sidie geldt in het bevolkingsregister zijn opgenomen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1955 | | pagina 21