GEMEENTE BREDA
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
Volgnr 8 der agenda
Bijlagen 1955
nr 125
9 Maart 1955
1/1915
Voorstel van Burgemeester en Wethouders met
betrekking tot de regeling van het verhaal
van rosten verbonden aan de verstrekkingen
ingevolge de Armenwet.
In ons voorstel van 9 September 1953, no. l/l0989, Bijlagen 1953, no. 3 bb
verzochten wij U o.m. te willen vaststellen nieuwe regelen inzake het verhaal van
kosten, verbonden aan verstrekkingen ingevolge de Armenwet.
In de praktijk is gebleken, dat - hoewel deze regelen een aanzienlijke ver
eenvoudiging van de werkzaamheden mogelijk maakten - zij toch niet voldeden om
tW' o redenen:
a. de berekening van de verschuldigde bijdrage was nog steeds tamelijk tijdrovend;
b. de ingevolge deze regelen berekende bijdrage bleek in vele gevallen te hoog, zo
dat men de bijdrage - ingevolge de verleende vrijheid om naar omstandigheden
te handelen - aanzienlijk moest reduceren, waardoor het verrichte werk eigen
lijk vergeefs werd.
De Burgerlijke Instelling heeft nu besloten in den vervolge de bepaling van
de te verhalen bijdragen te doen aan de hand van de "Aanbevolen richtlijnen voor
de vaststelling van de onderhoudsplicht en het verhaal van verleende onderstand en
van de te vorderen bijdragen in de kosten van verpleging en verzorging buitenshuis
van gezinsleden alsmede van bijzondere hulpverlening", samengesteld door een Commissie
van de Vereniging van leiders van openbare diensten en instellingen voor Sociale
Zorg (4e druk, October 1954, ligt ter visie in de leeskamer).
Deze regelen worden reeds toegepast in ruim 200 gemeenten (waaronder Amsterdam,
Rotterdam, Utrecht, Leeuwarden, Alkmaar, Leiden, Delft, Nijmegen, Oosterhout,
Bergen op Zoom, 1s-Hertogenbosch, Helmond, Roermond, Venlo, Maastricht, Heerlen).
Het bestuur wenst deze regelen te hanteren uitsluitend als richtsnoer, waarvan in