GEMEENTE BREDA
I
Bijlagen 1955
nr 1 56
9 Kaart 1955
VI/4516
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
regeling van de 6fó salaris- en loonsverho
ging voor een gedeelte van het personeel.
(fi
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
Uw Raad besloot in zijn vergadering van 13 October 1954 op ons voorstel (bijlagen
1954, No. 523) ons college machtiging te verlenen, aan het personeel, welks bezoldiging
van gemeentewege wordt geregeld, op basis van de voor het rijkspersoneel te treffen
maatregelen tot toekenning van 6fo verhoging van 1 October 1954 af voorschot te verstrek
ken op de verhoging van het salaris of loon, de kindertoelage en de kindertoeslag.
Ter definitieve regeling van die verhoging over 1954 besloot U op ons voorstel
van 9 Februari 1955 (bijlagen 1955, No. 109het Uitkeringsbesluit vierde kwartaal
1954 van overeenkomstige toepassing te verklaren voor het personeel, voor hetwelk het
salaris of loon van gemeentewege wordt geregeld, met uitzondering van personeel van
onderwijsinrichtingen.
Bij Koninklijk Besluit van 50 December 1954, Stb. 615 (Herzieningsbesluit 1955)
is o.a. voor het burgerlijk rijkspersoneel de 6)0 verhoging van de salarissen, lonen en
toelagen verder geregeld.
Wij hebben de eer U voor te stellen voor het vorenbedoeld gemeente-personeel ge
lijke maatregelen te treffen door de vaststelling van de hierbij gevoegde ontwerp
besluiten tot verhoging van:
a. de lonen en toelagen, geregeld in de Bezoldigingsregeling Werklieden 1954 (No. i);*)
b. de salarissen en toelagen, geregeld in de Bezoldigingsregeling Ambtenaren 1954(No.Il)
c. de kindertoelage en kindertoeslag, zoals deze geregeld waren in de Kindertoelage
verordening 1954.
Daar het wenselijk wordt geacht in de kindertoelage-verordening nog enige wijzi
gingen te brengen van technische aard, wordt het juister geacht, deze verordening in
haar geheel opnieuw vast te stellen (No. lil).
De wijzigingen hebben betrekking op het bedrag, waarover de procentuele kinder
toelage wordt berekend (begrip wedde in artikel l), op een duidelijker overzicht van de
hoogte van de kindertoelage (art. 4, juncto de bij de verordening gevoegde tabel), op
de aanspraken van kindertoelage uit een nevenbetrekking en op een wenselijke garantie
van de minimale aanspraken (deze zullen in totaal niet minder mogen bedragen dan de
aanspraken van de Kinderbijslagwet, ook wanneer deze in de toekomst zou worden gewij
zigd).
Tevens moge U worden aangeboden een ontwerp-besluit tot wijziging van de vacantie-
uitkering (gem.bl. 1954, No. 1295*), er toe strekkende, dat deze uitkering evenals de
kindertoelage zal worden berekend over de wedde in de zin van de bezoldigingsregeling
(zoals in de betreffende van overeenkomstige toepassing verklaarde rijksregeling ge
schiedt), en niet meer over de pensioensgrondslag. Deze wijziging is nodig in verband
met een te verwachten wijziging van deze rijksregeling, waarbij de vacantie-ruitkering
als vaste toelage in de pensioensgrondslag zal worden opgenomen.
R.No.2
iÉfiÉÉMUÉAfliiaAjteiajiriÉÉÉift
Burgemeester en Wethouders van Breda,
C. Kortmann burgemeester,
van Woensel secretaris.