Bij volgnr 32b der agenda
b. voor ambtenaren, wier bezoldiging over een korter tijdvak wordt betaald:
met ingang van de eerste dag van de loonweek, waarin vorenbedoelde dag valt.
2. De kindertoelage eindigt:
a. voor ambtenaren, wier bezoldiging per maand wordt betaald: de laatste dag
van het kalenderkwartaal, waarin laatstelijk wordt voldaan aan de voor de
toekenning gestelde criteria;
b. voor ambtenaren, wier bezoldiging over een korter tijdvak wordt betaald:
de laatste dag van de laatste volle loonweek van dat kwartaal
Artikel 4.
De kindertoelage bedraagt voor elk kind met inachtneming van een minimum
en een maximum een percentage van de wedde en een toeslag, welke zijn aangegeven
in de bij deze verordening behorende tabel.
Artikel 5.
1De ambtenaar, die een betrekking in dienst der gemeente vervult, welke naar het
oordeel van Burgemeester en wethouders als een nevenbetrekking is te beschouwen,
heeft geen aanspraak op het in het vorig artikel bedoelde minimum, noch op de
toeslag.
2. Het in het vorig lid bepaalde lijdt uitzondering, indien die ambtenaar meer
dan een nevenbetrekking in dienst der gemeente vervult en hij in die betrek
kingen tezamen voortdurend een volledige dagtaak vindt.
Artikel 6.
Indien de ambtenaar meer dan één betrekking in dienst der gemeente vervult,
waarin deze verordening van toepassing is, wordt de kindertoelage berekend over
de in totaal aan hem toekomende wedde en wordt de kindertoelage toegekend in de
betrekicing, waaraan de hoogste wedde is verbonden.
Artikel 7.
1 Indien voor een kind, behalve op grond van deze verordening, anders dan in
gevolge de Kinderbijslagwet of anders dan ingevolge een kindertoelage-rege
ling verband houdende met pensioen, recht bestaat op kindertoelage, welke
L-ger is dan de kindertoelage ingevolge deze verordening, wordt laatstbedoelde
toelage verminderd met het bedrag, waarop overigens aanspraak bestaat, met
dien verstande, dat de som der kindertoelagen ten gevolge van deze vermindering
niet mag dalen beneden de toelage, welke zou worden toegekend, indien alle
rechten aan deze verordening waren ontleend.
2. Indien, behalve op kindertoelage op grond van deze verordening, voor een kind
over een tijdvak recht bestaat op kinderbijslag ingevolge de Kinderbijslagwet
voor invaliditeits-, ouderdoms- en wezenrentetrekkers wordt de kindertoelage,