Bij volgnr 32b der a^c-nda
j
waarop deze verordening recht geeft, slechts toegekend tot het verschil tussen
het bedrag, dat ingevolge deze verordening kan worden toegekend en hetgeen op
grond van genoemde wet wordt ontvangen.
Artikel 8.
1 Bij de toepassing van deze verordening wordt er mede rekening gehouden, dat
de ambtenaar voor de tot zijn last komende kinderen van de leeftijd in de
Kinderbijslagwet genoemd, in totaal niet minder ontvangt, dan indien die wet
ten aanzien van die kinderen voor de ambtenaar had gegolden.
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd beslissingen te nemen omtrent de ver
lening van kindertoelage ten aanzien van gevallen, waarin deze verordening
niet of niet naar redelijkheid voorziet. Bij deze beslissingen kan de uitbe
taling van kindertoelage aan anderen dan de ambtenaar worden geregeld.
Artikel 9.
De krachtens deze verordening toegekende toelage wordt geacht deel uit te
maken van de bezoldiging, als bedoeld in de de ambtenaar betreffende bezoldigings
regeling.
Artikel 10.
Op de ioet van de bepalingen van deze verordening stellen Burgemeester en
Wethouders regelen vast betreffende de toekenning van een uitkering aan de
ambtenaar voor het onderhoud van zijn natuurlijke kinderen.
Artikel 11
Deze verordening kan worden aangehaald als Kindertoelageverordening 1955
en treedt in werking:
a. voor de ambtenaren, bedoeld in artikel 5, „,rstc lid, sub a: op 1 Januari 1955;
b. voor de ambtenaren, bedoeld in artikel 3, -~rste lid, sub b: op 26 December 1954.
Artikel 12.
1. Ten aanzien van hem, die zich op 1 Januari 1954 in overheidsdienst bevond,
wordt de kindertoelage tot 1 Juli 1955 toegekend en beëindigd op het tijdstip,
waarop zij zou zijn toegekend of beëindigd ingevolge artikel 6 van de Bezoldi
gingsregeling Ambtenaren 1948 onderscheidenlijk artikel 7 van de Bezoldigings
regeling Werklieden 1948, tenzij die regeling voor de ambtenaar ongunstiger is.
2. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd te rekenen van 1 Juli 1955 tot uiter
lijk i Januaii i960 op de voet van het bepaalde in deze verordening een tijde
lijke kindertoelage toe te kennen aan de ambtenaar,die op 1 Januari 1954 in
dienst van de gemeente was, ton behoeve van do valide, niet studerende kin
deren van 16 en 17 jaar, indien naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders