m
T
GEMEENTE BREDA
Volgnr 4b der agenda
Bijlagen 1955
nr 169
4 April 1955
1/4409
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
onteigening van gebouwde en ongebouwde eigen
dommen gelegen in het oostelijk deel van het
partieel uitbreidingsplan "Brabantpark".
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
R.No::
Bij besluit van 7 December 1954 keurde Uw College voorlopig goed een plan tot
onteigening van"eigendommen gelegen in het oostelijk deel van het partieel uitbreidings
plan in hoofdzaken "Brabantpark".
Dit voorlopig goedgekeurde plan heeft vanaf 20 December 1954 gedurende dertig da
gen voor een ieder ter inzage gelegen ter gemeente-secretarie.
Deze ter inzage legging is op de gebruikelijke wijze openbaar bekend gemaakt en is
bovendien afgekondigd in "De Stem" en in "De Bredasche Courant".
Tegen het plan zijn vijf bezwaarschriften ingediend en wel door:
a. K.J. Stoof, Tilburgseweg 114, Breda;
b. H. Willemsen, Tilburgseweg 120, Breda;
c. G.P. van Gils, Liniestraat 20, Breda;
d. J.J. Snijders, Ja.Da. Snijders en Pa.Ca. Snijders, Teteringsedijk 212, Breda;
e. A.M.J. Jansen, Teteringsedijk 196, Breda.
De bezwaarschriften genoemd onder de letters a t/m d zijn tijdig ingekomen. Dat
genoemd onder e is te laat ingediend, daar de hiervoor gestelde termijn van 50 dagen
14 dagen (art. 80 en 81 der Onteigeningswet) op 2 Februari 1955 verliep.
Overigens merken wij ten aanzien van deze bezwaarschriften het volgende op:
ad a. Het perceel kadastraal bekend gemeente Ginneken sectie A No. 1544, waarvan adres
sant eigenaar is valt buiten het onteigeningsplan. In verband hiermede dient zij
niet ontvankelijk te worden verklaard. Hem ware er op te wijzen, dat hij t.z.t.
wanneer het ontwerp-uitbreidingsplan in onderdelen ter visie wordt gelegd hier
tegen bezwaren kan inbrengen,
ad b. Adressant is eigenaar van de percelen gemeente Ginneken sectie A Nos. 1201, 1265
en 1545. Deze percelen hebben in het uitbreidingsplan Brabantpark de bestemming
voor begraafplaats. Deze uitbreiding is dringend noodzakelijk. In verband hier
mede is het niet mogelijk de aan adressant toebehorende percelen buiten het ont
eigeningsplan te houden. Wij merken nog op, dat de door adressant in het uit
zicht gestelde nadere motivering van zijn bezwaarschrift achterwege is gebleven,
ad c. Adressant is eigenaar van het huis met schuur kadastraal bekend gemeente Ginneken
sectie A Nos. 405 en 1711. Deze percelen hebben in het uitbreidingsplan de be
stemming voor woningbouw, wegaanleg en bijzondere bebouwing. Voor de realisatie
van het plan kunnen deze percelen niet worden gemist, zodat aan het bezwaar van
adressant niet kan worden tegemoet gekomen,
ad d. Adressanten zijn eigenaar van het kadastrale perceel gemeente Ginneken sectie
A Wo. 1657, groot 1.00.50 ha. In hun bezwaarschrift is zowel een foutief nummer
als een onjuiste oppervlakte van het perceel genoemd. In het uitbreidingsplan is
dit perceel bestemd voor woningbouw en wegaanleg. Het kan voor de realisatie van
het plan niet worden gemist. Aan dit bezwaar kan dus niet worden tegemoet gekomen.