bij Volgnr 13 der agenda -2- Artikel 8. Bezwaren tegen de aanslag en verzoeken om algehele of gedeeltelijke ontheffing of af schrijving van schoolgeld, bedoeld in artikel 6 sub 1 en 2, en in artikel 7 moeten schriftelijk worden ingediend, uiterlijk binnen 60 dagen na de dagtekening van het aanslagbiljet, bij de in artikel 9 dezer verordening genoemde ambtenaar, door wie over legging van de hem nodig voorkomende bewijsstukken kan worden verlangd. In bijzondere gevallen kan van deze termijn worden afgeweken, ter beoordeling van deze ambtenaar. Artikel 9. Overeenkomstig het .bepaalde in artikel 301 der Gemeentewet treedt voor de toepassing van de artikelen 297, 299 en 300 dier wet in de plaats van de Raad, van Burgemeester en Wethouders of van de Burgemeester, de Chef van de Afdeling Financiën, Onderwijs en Be lastingen ter gemeente-secretarie of bij diens afwezigheid, zijn plaatsvervanger. Artikel 10. 1. Indien blijkt, dat een aanslag ten onrechte is achtergebleven of ten onrechte is ver laagd of vernietigd, of dat een te lage aanslag is opgelegd, en zulks niet te wijten is aan ambtelijk verzuim van de gemeentelijke schoolgeldadministratie, wordt het niet of te weinig geheven schoolgeld van de schoolgeldplichtige of zijn erfgenamen nage vorderd, zolang niet sedert het einde van het schoolgeldjaar, waarvoor het schoolgeld is verschuldigd, vijf jaren zijn verstreken. 2. Onjuist gebleken aanslagen worden ambtshalve verminderd of vernietigd, zolang niet sedert het einde van het schoolgeldjaar, waarvoor het schoolgeld is opgelegd, vijf jaren zijn verstreken. 3. Be ontheffing bedoeld in artikel 6, sub 3, wordt ambtshalve verleend. ^rtikel 11. 1. Jaarlijks binnen veertien dagen na de aanvang van het cursusjaar zendt de Directeur van de Ambachtsschool aan de Chef van de Afdeling Financiën, Onderwijs en Belastin gen ter gemeente-secretarie alphabetische lijsten der namen en voornamen van de ou ders, voogden of verzorgers, mot vermelding daarbij van hun woonplaats benevens van de voornamen, de geboortedata en voor zoveel nodig van de namen der. leerlingen en huri woonplaats; 2. Op de eerste werkdag van iedere kalendermaand zendt do Directeur, zonodig gelijke opgave betreffende de leerlingen die in de afgelopen kalendermaand tot de school zijn toegelaten of de school hebben verlaten. Is geen opgave te doen dan zendt hij een negatief bericht. Artikel 12. De invordering van het schoolgeld geschiedt door of namens de gemeente-ontvanger. Artikel 13. 1. Van het schoolgeld worden elk cursusjaar zo spoedig mogelijk kohieren opgemaakt en vastgesteld; 2. De gemeente-ontvanger draagt zorg, dat de gedagtekende aanslagbiljetten van elk ko hier binnen dertig dagen, nadat dit hem ter inning is toegezonden, worden uitgereikt; 3. Op de invordering door de gemeente-ontvanger zijn van toepassing de artikelen 291 en 295 der Gemeentewet; 4. Aan hen, voor wie het schoolgeld niet binnen de bepaalde tijd is betaald, kan door Burgemeester en Wethouders de toegang tot de school worden ontzegd. Artikel 14. Het schoolgeld moet worden voldaan in 5 gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de kalendermaand, volgende op die, welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld, de tweede aan het eind van do volgende kalendermaand, en zo vervolgens.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1955 | | pagina 344