Toegevoegd aan agenda voor 13 April 1955 -2- van Gedeputeerde Staten niet. Dit College wordt aldus immers voor een voldongen feit gesteld. Daarom wil het ons beter voorkomen, dat Uw Raad nu reeds tot de ruiling als uit eengezet in beide bovengenoemde brieven,besluit met machtiging aan ons college om de akte van ruiling aan te gaan, mits deze geen voorwaarden bevat, die in enige mate be zwarend voor de gemeente kunnen zijn (wat wij niet verwachten, aangezien geen nadere voor waarden ter sprake zijn gekomen tijdens de onderhandelingen) Ons college is dan in staat de goedkeuring van Gedeputeerde Staten te verzoeken. Mocht dit College de concept-rakte ter inzage wensen, dan is het waarschijnlijk wel doenlijk deze alsdan te produceren. Wij stellen U voor aldus te willen besluiten. Ten overvloede delen wij U mede, dat reeds besprekingen zijn ingezet met het De partement van Onderwijs over wat er dient te geschieden als het gebouw van Justinus van Nassau c.a. eenmaal gemeente-eigendom zal zijn. Het is duidelijk dat het regelen van de toekomstige status niet in bovengenoemde machtiging aan ons college is begrepen,, zodat wij ons daarover nader met Uw Raad zullen verstaan. Burgemeester en Wethouders van Breda, C.Kortmann burgemeester. Van Woensel secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1955 | | pagina 396