GEMEENTE BREDA
Bijlagen 1955
nr 259
4 Mei 1955
V/8218
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het
verstrekken van een 2e hypothecair crediet groot
19260,-, ter gedeeltelijke financiering ener
ruiltransactie
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
Ut
Op ons voorstel van 9 Februari 1955 no.1/939 (bijlagen 1955,nr 93) besloot Uw
Raad op 16 Februari j.l. tot ruil van het pand Catharinastraat 13 - 1 3a - 13b - 13c
tegen het pand Karnemelkstraat no.3 aan welk besluit Gedeputeerde Staten inmiddels
hun goedkeuring hebben verleend op 13 April j.l. onder G.no.7738.
In bedoelde ruilovereenkomst is onder meer bepaald dat voor het pand aan de
Catharinastraat door de verkrijger de leer B. van Gils een bedrag van 18.000,- moet
worden bijbetaald alsmede dat deze voor 1260,- in de kosten van transport enz. zal
bijdragen.
In de toelichting op ons bovenbedoeld voorstel vermeldden wij reeds, dat de heer
van Gils ons te kennen heeft gegeven, dat hij grote moeilijkheden ondervindt bij de
opstelling van een financieringsschema in verband waarmede hij heeft gevraagd of de
gemeente bereid is hen te helpen de moeilijkheden te overbruggen door b.v. een gedeel
te van de toegift als oen vordering op hem te houden net een tweede hypotheek als ze
kerheid, zulks tegen een redelijke rente-vergoeding. Hij kon het bedrag, dat hij nog
nodig zal hebben toen nog niet bepalen. Aangezien de noeilijkheden door toedoen van
de gemeente ontstaan, staan wij in principe niet afwijzend tegenover dit verzoek, mits
de gemeente voldoende zekerheid voor haar vordering verkrijgt. Zodra wij een inzicht
hebben gekregen, hoe groot het bedrag is, dat moet worden overbrugd, zullen wij ter
zake een voorstel aan Uw College ter goedkeuring voorleggen.
Door een particuliere instelling is de heer van Gils reeds een lening toege
zegd ten bedrage van 50.000,- onder eerste hypothecair verband van het perceel Ca
tharinastraat 13 Eiet bovenwoningen. Dit bedrag is echter maar iets moer dan toereikend
om de uit de ruiling voortvloeiende consequenties zoals aflossing der hypothecaire le
ning op zijn pand Karnemelkstraat 3 sn vrbouwings-en inrichtingskosten van het nieuwe
pand, op te vangen.
Hij vraagt derhalve van de gemeente nog een hypothecair crediet van 19260,-
zijnde dus het totale bedrag van zijn toegift bij de ruiling plus zijn aandeel in de
transportkosten der ruiltransactie.
Gezien de omstandigheid dat de gemeente de heer van Gils door de plannen ter
plaatse noodzaakt zijn pand in de Karnemelkstraat te verlaten,zijn wij van mening, dat
hen deze faciliteit zeker dient te worden verleend, temeer nu de waarde van het per
ceel Catharinastraat, nadat dit door hem nog zal zijn verbouwd en volledig geoutil
leerd,zodanig is dat er practisch geen risico aan deze tweede hypotheek is verbonden.
Wij stellen ons voor er op toe te zien,dat aan het pand Catharinastraat 13 als
nog een bedrag in de orde van grootte van 30.000,- wordt geinvesteerd, hetgeen wij
Volgnummer 16 der agenda