k
GEMEENTE BREDA
AAN DE RAAD DER GEMEENTE BREDA.
Volgno. 22 der agenda
Bijlagen 1955
no. 265
4 Mei 1955
V/221 6
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het toe
kennen van een subsidie aan het kernphysisch fonds
der N.V. Kema.
«I
Door de N.V. tot Keuring van Electrotechnische Materialen (de N.V.Kema) te Arnhem
is onze medewerking gevraagd voor de volgende aangelegenheid.
De noodzaak van het onderzoek naar nieuwe mogelijkheden van energie-productie heeft
er toe geleid, dat de N.V. Kema zich reeds sedert de bevrijding heeft belast met onder
zoekingen op het gebied van de toepassing van kernenergie voor electriciteitsproductie
en met het daaromtrent dienen van advies.
Ter bestrijding van de aan de onderzoekingen verbonden kosten is besloten om naast
het reeds bestaande speurwerkfonds een kernphysisch fonds in het leven te roepen. In het
kader van het onderzoek zijn n.l. plannen gerijpt om in ons land te komen tot de stich
ting van een centrum voor het verrichten van kernreactorwerk, een en ander in navol
ging en in samenwerking met het buitenland. De stichtings- en inrichtingskosten worden
geraamd op 28.000.000,-, waarin door de regering de helft zal worden bijgedragen, on
der voorwaarde, dat het bedrijfsleven en de electriciteitsbedrijven tezamen eveneens
50zullen bijdragen. De electriciteitsbedrijven zullen zodoende derhalve 7.000.000,-
moeten opbrengen. Daarnaast is nodig een exploitatiebijdrage van 1.000.000,- per jaar,
waarin wederom een aandeel van 25% van de electriciteitsbedrijven wordt gevraagd.
De N.V.Kema vraagt nu aan de exploitanten van electriciteitsbedrijven een jaarlijks
verkochte
bijdrage over de jaren 1953 t/m 1956 tot een bedrag van maximaal 0.03 per kWh m het
door de Kema beheerde kernphysisch fonds ten behoeve van het te investeren kapitaal, als
mede een jaarlijkse bijdrage in de exploitatiekosten over de jaren 1955 t/m 1964, be
rekend naar 21 ct per kW maximale belasting, als opgetreden in het jaar 1931, vermeer
derd met 8,4 ct per kW, waarmede de maximale belasting, opgetreden in het jaar, vooraf
gaande aan dat van de betaling, de maximale belasting, opgetreden in 1931, heeft over
schreden.